Een rondleiding met Kweku, oftewel Woensdag in het Ashanti, is volgens een vriendin een absolute topper in het ontdekken van Elmina en haar directe omgeving. Ik ben reuze benieuwd, want heb ik niet al veel mooie plekjes ontdekt in deze buurt? Gezien het gebrek aan tijd besluiten we alle ‘highlights van Elmina’ meteen maar in één dag te aanschouwen.
Voortvarend gaat Kweku aan de slag. Hij stapt bij ons in de auto, geeft instructies en begint onmiddellijk met zijn verhaal. Het vissersdorpje wat we even later binnenrijden, bestaat uit een straatje met huisjes opgetrokken uit een skelet van bamboe, dichtgesmeerd met klei en overdekt met palmbladeren en gras. Volgens Kweku de beste combinatie voor ‘onze’ weersomstandigheden. Makkelijk te repareren en koel c.q. warm op de juiste momenten. Het verhaal gaat dat de bewoners hier zijn gekomen ten tijden van de slavenhandel, hetzij nakomelingen van de meegekomen entourage van de toenmalige Ashanti koning, die zelf vastgezeten heeft in het Elmina Castle, hetzij nakomelingen van de ‘bastaard kinderen’ van Nederlandse slavenhandelaren en hun uitverkoren slavinnen.
In het dorp Elmina zelf vind je de betere huizen van ‘echte’ nakomelingen van, die ook vandaag de dag nog met steun van de Nederlandse regering in stand worden gehouden.
Hier in dit dorp is het een hard bestaan. De grond is gehuurd van de zgn. ‘chiefs’. Ondanks dat de huur is vastgelegd voor ‘onbepaalde tijd’, is kopen niet mogelijk en blijft het onzeker wat de toekomst brengen zal. Hierdoor ontbreekt het animo om het dorp een meer permanent karakter te geven. Onder leiding van Kweku wandelen we door het dorp en zien en horen we hoe het dagelijks bestaan elke dag weer een strijd is.
De mannen op het strand zijn gemiddeld rond de vijf uur (!) bezig met het binnenhalen van hun netten. Dit zware lichamelijke werk levert lang niet altijd de vangst op waarop was gehoopt. Vrouwen zijn bezig met het drogen van vis op een constructie van rekken op kleioventjes. We zijn waarschijnlijk de zoveelste ‘obroni’s’ (blanken) die komen kijken, maar niet daadwerkelijk iets bijdragen aan het verbeteren van de leefomstandigheden. We zien veel stuurse gezichten, afwerende handen en horen barse woorden op ons afkomen. Je kunt ze niet eens ongelijk geven. Wie laat nu graag zijn of haar armoede zien? Kweku lacht en animeert ons vooral om foto’s te maken. Hij kent de mensen hier en ze bedoelen het zo kwaad nog niet. Dit is met recht een confrontatie met de harde realiteit en de andere kant van toeristenstad Elmina.
Vervolgens gaan we door naar de haven. Ondanks de ogenschijnlijke enorme chaos blijkt men hier met een systeem te werken. Mannen vertrekken met hun schepen naar zee voor de visvangst, komen met hun schepen vol terug en verkopen hun buit vervolgens aan de (hun) vrouwen. Elk schip heeft haar eigen groep vrouwen, die elk hun eigen grote blinkende schaal met opschrift en/of kleuren op hun hoofd dragen. De vrouwen verkopen hun waar op de ernaast gelegen markt, waarbij ze de winst zelf mogen houden. Als je eenmaal begrijpt hoe het werkt, zie je het ook daadwerkelijk voor je ogen gebeuren. Opeens zit er lijn in het gekrioel, het geduw, de focus en het allesoverheersende geschreeuw. Je waant je haast in een andere tijd en hoewel je de haven vanuit het fort goed kunt ‘beleven’, haalt die ervaring het lang niet bij deze…….
Aan het eind van de tocht stoppen we bij de zoutpannen aan de andere kant van het dorp. Vanuit de zee wordt het zoute water door verschillende ‘bedden’ gepompt om het te zuiveren. In het laatste depot, wat van beton is gemaakt, blijft het nu schone water vijf tot zeven dagen verdampen, waarna het grove zout door vrouwen in grote blikken schalen wordt geschept. Zo’n schaal moet dan door drie vrouwen worden opgetild om op het hoofd van slechts een enkele vrouw naar het verzamelpunt te worden gedragen. Onvoorstelbaar! Hier hebben de dames wel zin in een verzetje, waardoor we, ondanks de taalbarrière, samen kunnen lachen. Inderdaad……..helemaal top!