Snæfellsjökull is een oude vulkaan waarvan de krater vrijwel geheel bedekt wordt door een kleine ijskap en waarvan de westzijde grotendeels bedekt is met lava. De vulkaan verwierf vooral bekendheid door Jules Verne’s boek ‘Reis naar het binnenste der aarde’ (1864). In dat boek wil de Duitse geoloog Otto Lidenbrock een tocht naar het middelpunt van de aarde maken. Hij daalt via Snæfellsjökull af maar wordt na tal van onwaarschijnlijke avonturen en ontmoetingen op Sicilië (!) weer uitgespuugd.
Op een heldere dag is Snæfellsjökull met het blote oog zelfs vanuit Reykjavík zichtbaar. Toch een afstand van zo’n 120 km. Sommigen beweren dat deze oude vulkaan magische krachten bezit.Waar of niet waar, het is een feit dat de vulkaan op iedereen een grote (magische?) aantrekkingskracht uitoefent.
Aan de voet hiervan vind je o.a. het kleine plaatsje Djúpalónssandur, bekend om 4 machtige hefstenen. Zonder deze stenen zouden eeuwen van visserijtraditie zomaar vergeten worden. De grootste steen, Fullsterkur (de naam zegt alles, toch?) weegt 155 kilo, de volgende, Hálfsterkur, 140 kilo. Daarop volgt Hálfdrættingur, de zwakkeling, van 49 kilo en tenslotte Amlódi, de nutteloze, van slechts 23 kg. Het gewicht verschilt hier en daar wel wat, zo vermeldt een andere bron dat de stenen resp. 154 kg, 100 kg, 54 kg en 23 kg wegen. Het principe is verder wel hetzelfde. Een beetje visser moest toch in elk geval de 2 lichtste stenen op een rotsrichel op heuphoogte kunnen tillen. De kleinste steen is nu gebroken, misschien na de zoveelste poging van een niet zo sterke toerist? 🙂
Deildartunguhver heeft de grootste hete bron van IJsland en misschien wel van de wereld. Hij levert 180 liter kokend heet water (97ºC) per seconde! Het water wordt gebruikt om 2 naburige dorpen en de kassen te verwarmen. Een mistig gebied! 😉