‘Het is niet de meest relaxte, maar wel een heel leuke manier om vele Berlijnse bezienswaardigheden te zien’. Zo begint de ‘Trabi promotie’ op het internet. Daarmee houdt het niet op, de site gaat verder met: ‘ze werden verguisd in het Westen en aanbeden in het Oosten, maar sinds de productie van de Trabant gestopt is, wint deze auto behoorlijk aan populariteit. Ook U kunt Berlijn per Trabant bezichtigen!’
Het lijkt ons helemaal leuk. Tenslotte is het schitterend weer, past de Trabant in ons plaatje en hebben we maar twee dagen om alles te ontdekken. Een haast onmogelijke taak waarbij we alle hulpmiddelen kunnen gebruiken! Voor de zekerheid lopen we alvast even langs het kantoortje om onze reservering te bevestigen. Verlekkerd kijken we om ons heen. Wat een keuze! De man vraagt ons belangstellend wat wij de leukste auto voor ons vinden? De keuze is lastig. Wat te denken van een zebra of een luipaard of misschien een knalroze of……..toch een echt authentiek bakje? Na de gebruikelijke (heerlijk seksistische) grappen -als je voor een luipaard kiest moet je wel een bijbehorende slip dragen en controle is vereist….;)- raadt de man ons opeens een cabriootje aan. Zoals gezegd is het weer schitterend en wat je ook van een Trabi kan zeggen, zonder dak zie je gewoon meer!
Daar is geen speld tussen te krijgen, we krijgen er meer en meer zin in.
Wat weten we al over de Trabant? De eerste Trabant kwam in 1957 op de markt. De hoekige auto, met tweetaktmotor en vast nog veel meer interessante details voor de autoliefhebbers onder ons, was meteen populair onder de Oost Duitsers. Door de grote belangstelling en de lage productie waren er lange wachtlijsten. In de jaren 60 werd de Trabant beschouwd als een modern stukje techniek. De Trabi was echter een ook zeer vervuilende auto. Hij stootte gemiddeld meer dan 5x zoveel koolmonoxide uit dan een gemiddelde Europese auto tegenwoordig. Al deze informatie wordt ons vol trots verteld door één van onze twee begeleiders op de Trabi safari. Maar ik loop alweer op de dingen vooruit. Om bij het begin te beginnen…….
Als wij keurig op tijd bij ons adresje aankomen, blijken wij niet eens de eersten te zijn. Voor iedereen is dit een spannend dan wel uniek gebeuren. Onze begeleiders bouwen de spanning op door verschillende Trabi’s af en aan te rijden, terwijl wij keurig wachten achter de ketting. Voor onze veiligheid :)! De mannen hebben er lol in en scheuren de uitgekozen Trabi’s moeiteloos uit hun parkeerplaats en in hun plekje in de rij. Een beetje show om de lol en de voorpret te verhogen? Voor ons is een leger cabrio uitgekozen. Fantastisch stoer. Pauline wrijft verlekkerd in haar handen, terwijl ik mijn zonnebril tevoorschijn haal en mijn sjaal om mijn hoofd knoop. Compleet in mijn rol en met de lachers op mijn hand loop ik naar ons voertuig voor de eerste foto’s. Unieke momenten vragen om unieke beelden, nietwaar? Pauline neemt plaats achter het stuur en constateert meteen dat ze scheef zit of dat de auto scheef gebouwd is?! Wat is dit?? Hebben wij het enige mislukte model gekregen?
Zeg maar Jan geeft duidelijke instructies over de geheimen van de Trabi, want een Trabi is tenslotte niet zomaar een auto. Choken, schakelen (Jan meldt ter verduidelijking dat er geen automaat versie van de Trabi bestaat en vraagt nog snel bezorgd of dat misschien problematisch voor ons is?), toeteren (slechts in hele bijzondere omstandigheden) en snelheid worden vlot en deskundig uitgelegd. Daarmee zijn we klaar. Het startsein wordt gegeven en onze colonne van 7 Trabi’s slingert als een bonte slang de straten van Berlijn op. Geweldig. We hebben veel bekijks, zowel toeristen als Berlijners stoppen en wijzen, terwijl wij ondertussen in vele toekomstige fotoboeken een bladzijde zullen vullen. Glimlachend en zwaaiend laten we het ons welgevallen, want we voelen ons als echte prima donna’s……tenminste zolang we rijden. Zodra we even vaart minderen of moeten remmen, slaat onze motor af. Pauline heeft eerst nog hele verhalen over haar oude Opel (geloof ik) die ook warm moest worden en dezelfde kuren vertoonde, maar dit Trabi-tje lijkt niet op te warmen en blijft een nukkig, eigengereid exemplaar. Ik laat mijn rijbeurt maar aan mijn neus voorbij gaan. Pauline doet het prima!
Via de radio vertelt Jan dat er een speciale vergunning is om met deze Trabantjes te mogen rijden. Tegenwoordig heb je in Berlijn zelfs een milieusticker op je auto nodig, iets wat ‘onze’ auto werkelijk nooit zou bemachtigen. Ondertussen zien we van alles. Volgens Jan is de Trabant onlosmakelijk verbonden met Oost Berlijn en is deze auto vandaag de dag haast een cult; het boegbeeld van de zogenaamde ‘Ostalgie’. Zo schijnt er zelfs een expositie te zijn van fotograaf Martin Roemers, die ter plaatse de productie van de laatste Trabant heeft vastgelegd (1991). Als Roemers een jaar later terug komt staan deze laatste Trabantjes als schroot op het autokerkhof en staan de fabrieksarbeiders er verslagen bij.
Trabant betekent trouwens zowel ‘maatje’ (veel mensen beschouwden hun Trabant als deel van hun familie) als satelliet (Erdtrabant). De auto moest tonen dat de DDR meeging in de technologische vooruitgang die in ’57 in Rusland de eerste satelliet leverde.
Hoe het ook zij, wij zijn een fantastische ervaring rijker!