Eén van de bekendste fenomenen in Thailand is wel dat van de drijvende markten oftewel de ‘floating markets’. Deze markten stammen nog uit de tijd dat Bangkok dikwijls het Venetië van het oosten werd genoemd. Na de verwoesting van de oude Siamese hoofdstad Ayutthaya werd de hoofdstad, door de toenmalige koning Rama I, uiteindelijk verplaatst naar het strategisch gunstig gelegen Bangkok, eigenlijk Bang Makok, wat letterlijk ‘dorp van de wilde olijf’ betekent. Koning Rama vond dit echter een ongeschikte naam voor zo’n belangrijke (koninklijke) plaats. Hij bedacht de langste naam (in het Thai compleet aan elkaar geschreven!) in de wereld, dat daarmee ook een plaatsje in het Guinness Book of World Records heeft veroverd. In het engels betekent de nieuwe naam zoveel als ‘stad der engelen, grote stad der onsterfelijken, prachtige stad van de negen edelstenen, zetel van de koning……’ en meer van dit soort benamingen. In de volksmond is Bangkok onder de Thai bekend als ‘Krung Threp’ of ‘engelenstad’.
Omdat Bangkok werd gebouwd op de oevers van een rivier was transport over water in die tijd de belangrijkste vorm van vervoer in de stad. De vele aangelegde kanalen of khlongs werden eveneens gebruikt voor het dumpen van afvalwater en ‘last but not least’ voor de drijvende markten. Tegenwoordig hebben de meeste kanalen plaats gemaakt voor een dicht wegennet, maar buiten de hoofdstad kun je je nog wel verlustigen aan de bonte verzameling van bootjes, handelswaar en handelaren. Uiteraard heerlijk toeristisch en populair zowel onder de buitenlanders als de Thai, maar tegelijkertijd zijn het ook echte markten, waar je van alles kunt kopen op het gebied van groente, fruit en souvenirs. De Damnoen Saduak Floating Market is de meest bekende onder de drijvende markten. Deze markt ligt op ruim 100 kilometer van Bangkok. Wij zijn er klaar voor!
De eerste indruk is al meteen geweldig, wat een kleuren, wat een bedrijvigheid. We weten haast niet waar we het eerst moeten kijken. Riep is al meer een ‘oude rot’ in dit vak en begeleidt ons vlotjes naar een tafeltje met uitzicht op de khlong voor een kopje koffie. Ondertussen regelt hij een boot, want dit hele gebeuren moet je immers op en top beleven? Ik vraag mij nog eventjes benauwd af hoe ik in vredesnaam weer uit die smalle en vooral lage boot moet komen, maar wie dan leeft, wie dan zorgt. Ik wil het ook niet missen! Eigenlijk lijkt deze hele omgeving wel een beetje op en combinatie van Giethoorn en Volendam, al ben ik daar nog nooit geweest, dus wie ben ik ik om daarover te oordelen :). We worden langs allerlei stalletjes op de kant gevaren, waar overijverige kooplieden hun producten aan de man proberen te brengen. Volop prullaria, maar Aziatische prullaria en daarmee bont en exotisch. Voor ons blijven echter de groente- en fruit boten samen met de zgn. ‘eetboten’ de leukste bezienswaardigheden. Ook de traditionele verkopers met hun brede rieten hoeden en hun typische gewaden blijven ons oog trekken.
Na de boottrip (het was inderdaad een toer om de boot weer te verlaten :)) lopen we over de kade en ervaren we ‘hands on’ de ‘hustle and bustle’ van deze levendige markt. We zien hoe hele maaltijden, op een klein vuurtje, aan boord worden gekookt, terwijl een enorme gastank voorin diezelfde boot staat. Op een andere boot liggen allerlei soorten vissen te garen op een houtskool BBQ-tje. Even verderop komen ons de heerlijke geuren van een vers loempiaatje tegemoet. Gevuld met groenten en overgoten met een gembersausje is het een super snackje om even op adem te komen en alle indrukken te verwerken. Je vergeet hier de tijd!
Naast deze drijvende markten zijn er in en rondom Bangkok natuurlijk tal van ‘gewone’ markten, die ook zeer de moeite van het bezoeken waard zijn. Eentje, die zeker niet onvermeld mag blijven, is de ‘Pak Khlong Talat’, wat letterlijk ‘markt aan de monding van de rivier’ betekent. Op deze markt worden zowel bloemen als groenten en fruit verkocht en ze bestaat al meer dan zestig jaar in haar huidige vorm. Onze aandacht ligt in eerste instantie vooral bij de bloemen. Veel van de bloemen komen uit naburige provincies. Anderen, die een koeler groei-klimaat nodig hebben, komen ver weg zoals uit Chiang Mai en Chiang Rai. Dat maakt de keuze op de markt zeer uitgebreid. Naast groothandelaren zijn hier eveneens veel ‘stedelijke armen’ te vinden, die proberen een centje bij te verdienen door het rijgen en verkopen van diverse ‘phuang malai’ (slingers van bloemen). Zakken vol jasmijn- en goudsbloem bloesem staan naast overvolle tafels, waar vlijtige vingers druk aan het werk zijn. De geur is haast overweldigend. Ook de orchidee is goed vertegenwoordigd. Met handschoentjes aan worden deze delicate bloemen verwerkt tot lieflijke, bloemrijke hoogstandjes. Ik herinner me opeens een verhaal dat onze omi, na jaren Indonesië, liever een boeket dahlia’s kreeg, dan een mooie orchidee, want, tja….., orchideeën waren immers zo gewoon…. :). Grappig toch?
Het feit dat deze bloemenmarkt eigenlijk helemaal niet toeristisch is, maakt het vooral een aangename en verrassende ervaring, die beslist voor herhaling vatbaar is.
We zijn nog lang niet uitgekeken!