Drenthepad: kaarten 9 & 10
Terwijl Nederland zich schrap zet om storm Corrie op te vangen, lijkt bij ons het ergste vanochtend alweer achter de rug en lijken we een tamelijk rustige dag te mogen verwachten vandaag. Sinds het najaar van 2019 worden in Nederland namen gegeven aan zware stormen om het bewustzijn van ‘gevaarlijk’ te vergroten, aldus het KNMI. Ondanks dat de kans klein is dat de hele lijst met namen gebruikt wordt, wordt er elk jaar in september (het begin van het stormseizoen) toch een nieuwe namenlijst gepubliceerd. Zo’n namenlijst is, om te voldoen aan de internationale afspraken, afwisselend vrouwelijk en mannelijk, waarbij de letters Q, U, X, Y en Z niet gebruikt worden. Storm Corrie is daarmee dus de derde storm van het seizoen, maar tegelijkertijd de eerste dit kalenderjaar. De storm is vernoemd naar de 83-jarige Corrie van Dijk. Zij was in 1964 de eerste vrouwelijke meteoroloog bij het KNMI. Bijzonder. Ik heb het lijstje ‘stormnamen’ van dit seizoen even bekeken, maar er staan weinig bekende namen op. Het dichtstbij komt Tineke op nr. 19. Het kan natuurlijk, maar laten we hopen dat we niet zoveel zware stormen met code oranje of rood over ons heen zullen krijgen!

We hebben vandaag ondertussen toch met een staartje nasleep van Corrie te maken. De N370 bij de Gasunie in Groningen is afgesloten vanwege loshangende panelen aan het pand. Dat zorgt, volgens de woordvoerder van Rijkswaterstaat, voor zo’n gevaarlijke situatie dat samen met de politie is besloten de weg tussen Hoogkerk en Groningen aan beide kanten af te sluiten, net als wat andere wegen rond het gebouw. Daarnaast is dit weekend ook het Julianaplein, en daarmee de A28, afgesloten ter voorbereiding van de ‘upgrade’ in de komende maanden, waardoor we behoorlijk moeten omrijden om op onze plaats van bestemming te komen. We starten vandaag bij het Oosterzand (bij Diever in de buurt) en lopen naar Oude Willem midden in het Nationaal Park Drents-Friese Wold.
Het eerste stuk tot aan Diever is weinig spectaculair. We lopen lekker, maar de omgeving is niet heel bijzonder, zelfs een beetje monotoon…..of raken we gewoon verwend door alles wat we onderweg al gezien hebben? Volgens de beschrijving hebben we hier toch te maken met een ‘mooi voorbeeld van een esdorpenlandschap met hoger gelegen akkers op de essen en lager gelegen natte weiden op de broeklanden (moerassig of drassig land)’.
Wel komen we onderweg langs Wittelte en zien we een voormalig tolhuisje waarop het bord met tolheffingen bewaard is gebleven. In september 1928 hield de ‘tollenkwestie’, over de opheffing van de verschillende tolgelden, de gemoederen flink bezig. Uiteindelijk heeft dit geresulteerd in een kort artikel in het Nieuwsblad van het Noorden met de kop ‘Diever tolvrij’: ‘De gemeenteraad van Diever heeft – overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders besloten tot het afschaffen van den tol tusschen Dieverbrug en Vledder, ingaande 1 mei 1929. Eveneens is besloten tot opheffing van de tollen te Wittelte en Zorgvlied, ingaande 1 mei aanstaande. Al deze tolhuizen en tolboomen zullen publiek worden verkocht.’ En dat terwijl B&W zelf vrijgesteld waren van het betalen van tol…..

Het landschap verandert wanneer we bij Diever aankomen. Dit esdorp, aan de rand van het Drents-Friese Wold, staat bekend als het dorp van Shakespeare. Hier worden sinds 1946 toneelstukken van hem opgevoerd in een bijzonder openluchttheater, het Shakespearetheater. Bijzonder is dat het podium midden tussen de bezoekers staat en je een eigen picknickmand met eten en drinken mag meenemen. Naast dit openlucht theater staat het Globe Theater, vernoemd naar het wereldberoemde Globe Theatre in Londen. Het is volledig gemaakt van hout en heeft een dak van glas, zodat voorstellingen (sinds 2017) altijd door kunnen gaan en comfortabeler zijn voor bezoekers. Diever is één van de kerspelen in het Dieverderdingspil, waarbij een kerkspel een (kerk)dorp betekent en dingspil staat voor rechtsgebied. Om het een en ander in context te plaatsen: de provincie Drenthe was vroeger verdeeld in zes dingspillen. We lopen langs een mooi oud schultehuis, de vroegere ambtswoning van de schulte, schout, van Diever. Dit huis werd in 1604 gebouwd door Berend Ketel van Hackfort en is daarna nog door zes generaties Ketel mannen bewoond geweest, die allemaal Schulte van Diever zijn geweest. Voor het huis ligt een halve boom met daarnaast een bord waarop een ieder uitgedaagd wordt mee te helpen om samen een boomkist te maken zoals toentertijd, dwz met slechts een beitel. Een boomkist is een type graf waarin de dode in een uitgeholde boom is geplaatst. In Drenthe werd hiervoor vroeger de helft van de boom gebruikt in tegenstelling b.v. tot Denemarken, waar de hele boom gebruikt wordt en de tweede helft dan als deksel, zoals bij een grafkist, dient. Misschien omdat bomen hier veel schaarser waren? De uitdaging is nu om de boomkist aan het eind van de zomer af te hebben, maar of dat gaat lukken?


We lopen Diever uit langs hunebed D52, waar, de ons langzamerhand zeer bekende archeoloog, Van Giffen wederom een belangrijke rol heeft gespeeld. Tegenwoordig vinden archeologen echter dat Van Giffen hier in z’n restauratiedrift te ver is doorgeschoten. Zo kon hij de functie van een zestal stenen niet meer bepalen en zelfs het oorspronkelijke aantal dekstenen was hem onbekend. Dat er nu toch weer een vrijwel compleet hunebed ligt, lijkt daarom meer het resultaat van giswerk dan van een verantwoorde restauratie, aldus de kritiek.

We lopen verder, temidden van hoge bomen, tussen de landgoederen ‘De Ossekoele’ en ‘Heezenberg’ door. Informatieborden vertellen ons hoe hier ter plekke een grafheuvel werd afgegraven waarin het graf werd versterkt met een grote hoeveelheid kleinere veldkeien: de steenkist. We leren elke wandeling weer iets meer.

Nog maar ongeveer honderd jaar geleden bestond het landschap om ons heen voornamelijk uit stuifzanden, heidevelden en veengronden. Tussen 1920 en 1940 werd door de overheid besloten dat hier miljoenen bomen moesten worden geplant, waarvoor, in het kader van de werkverschaffing, heel veel werklozen werden ingezet. Onder erbarmelijke omstandigheden werden de werklozen gedwongen zeer zwaar werk te doen, alles met kruiwagen en schop, voor een hongerloontje. Wie weigerde was aangewezen op de armenzorg. Na WOII ging de werkverschaffing gewoon door onder een andere naam, de Dienst Uitvoerende Werken. Feitelijk veranderde er echter niets. Bijnamen van de DUW waren dan ook: ‘Door Uitputting tot Wanhoop’ en ‘Door Uitbuiting Winst’.

Over WOII gesproken….in de buurt van Diever moet in het bos een onderduikershol te vinden zijn. Wij hebben het helaas niet gezien, maar het spreekt tot de verbeelding, al is het alleen al vanwege de naam: ‘de Wigwam’. In de winter van 1943-1944 bouwde een groep verzetstrijders bij een onopvallende zandheuvel in het dennenbos een schuilplaats. Ze groeven de heuvel uit, bouwde van de dennenstammen een hol en herstelde de zandheuvel vervolgens weer in de oude vorm. Na een paar maanden hard werken was de schuilplaats gereed en verdwenen de verzetsmannen onder de grond. Eén van de leden was een verwoed lezer van Indianenverhalen. Daarom kreeg het onderduikerscomplex de naam ‘de Wigwam’. Helaas werd het hol eind 1944 toch door de Duitsers ontdekt, waarop de aanwezige bewoners werden aangehouden en het onderduikershol zelf werd opgeblazen. Na de oorlog werd de hut zoveel mogelijk in oude staat hersteld en kwam er een gedenksteen met namen van de acht slachtoffers. We hebben iets gemist!
Tegenwoordig wordt er veel bos gekapt met de bedoeling het gebied weer terug te geven aan de natuur, het moet weer heide en zand worden. We zien dat al gebeuren op het laatste stukje van onze wandeling; de Hoekenbrink. Waar deze naam vandaan komt is niet echt bekend, maar het zou mogelijk kunnen zijn dat de oorsprong ligt in een aantal imposante eiken van rond de 200 jaar oud. Vormen ze dan de vier hoeken van een open ruimte, een brink? Hoe dan ook, we lopen door weer een heel ander stukje natuur waarin veel heide, prachtig gevormde grillige bomen en een grote zandheuvel.

Hiermee naderen we ons eindpunt, de Bosweg in Oude Willem. Eveneens een naam die meteen tot de verbeelding spreekt. Het verhaal gaat dat de plaats genoemd is naar de ontginningsmaatschappij ‘Het Oude Willemsveld, die dit gebied heeft ontgonnen. Veel leuker is natuurlijk het verhaal dat de naam afkomstig zou zijn van de herder ‘Oude Willem’, die hier in de 19e eeuw zijn schapen zou hebben laten grazen. Vlak voordat we bij ons eindpunt aankomen, zien we nog een gedenkteken voor een neergestort Canadees vliegtuig (uit WOII) en haar bemanning. Dit vliegtuig maakte deel uit van een groep van 776 bommenwerpers, waarvan het overgrote merendeel Berlijn als doel had. Helaas werd dit toestel neergeschoten door een Duitse nachtjager, waarbij de zeven bemanningsleden allen om het leven kwamen.

Alsof het niet op kan met de monumenten, lopen we tijdens onze laatste meters van vandaag nog langs een monument ter nagedachtenis van het Kamp Diever A. Dit werkkamp bij Oude Willem bestond uit houten woonbarakken aan twee kanten van het terrein met in het midden een grasveld, de woning van de kok/beheerder, de keuken, het waslokaal en een kantine. Joodse dwangarbeiders voor Diever A vertrokken in januari 1942 vanaf het Centraal Station in Amsterdam. Het was een barre winter. De barakken waren niet op het extreme weer berekend. Door extra te stoken en veel dekens was het nog enigszins uit te houden. Door de vorst werkte alleen de kraan in de keuken nog: de waterleiding in de wasplaats was lange tijd afgesloten. Van werken kwam dan ook de eerste tijd niets terecht. De mannen moesten alleen de toegangsweg naar het kamp begaanbaar houden. Toen het weer verbeterde, werden de joodse mannen ingezet bij ontginningswerkzaamheden op de heidevelden. Er moest één meter diep worden gespit, waarbij de harde onderste laag vaak met een houweel moest worden bewerkt. Je kijkt dan toch opeens met andere ogen naar zo’n gebied. Op 20 juli 1942 werd een deel van Diever A leeggehaald. De dwangarbeiders werden naar kamp Westerbork gestuurd. Hun plaats werd ingenomen door een groep oudere mannen van veertig tot zestig jaar, die tot dan toe nog niet waren opgeroepen. Later dat jaar zouden ook zij met de achtergebleven oorspronkelijke groep te voet naar kamp Westerbork worden gestuurd. Dit gebeurde op meerdere plekken in Nederland en zo belandden op hetzelfde moment (in de nacht van 2 op 3 oktober tijdens Jom Kipoer- Grote Verzoendag) ruim tienduizend joden in Westerbork, die vervolgens werden omgebracht in de gaskamers van Auschwitz en Sobibor.

Op 2 oktober 2002 was het precies 60 jaar geleden dat de joden uit de werkkampen in Nederland werden weggehaald. Op die dag zijn monumenten onthuld, zoals in Diever A, ter herinnering aan de joodse dwangarbeiders die de oorlog niet overleefden. De monumenten zijn ontworpen en gemaakt, vanuit drie verschillende beroepsopleidingen, door leerlingen van het Friesland College in Leeuwarden. De palen doen denken aan de bekende betonnen palen met prikkeldraad die rond veel concentratiekampen stonden. De leerlingen hebben daarmee een verband willen leggen met het uiteindelijke lot van bijna alle joodse dwangarbeiders. In de glazen plaat zijn prikkeldraden geëtst, waartussen tekst is aangebracht. Naast informatie over de werkkampen, bevat de tekst een gedicht van Jaqueline van der Waals over de niet aflatende plicht om tegen onrecht te strijden:
‘GEEF MIJ DE MOED OM ONRECHT TE ONDERKENNEN
OOK WAAR ‘T DOOR EEUWEN VAN GEBRUIK GEWETTIGD WORDT,
OOK WAAR DE MACHT, HET WEG TE NEMEN, SCHORT.’