Knp: 56-55-46-47-54-53-52-51
‘Leren is dingen ontdekken waarvan je niet eens wist dat je ze niet wist.’ Dit citaat van de Amerikaanse hoogleraar en schrijver Daniel Boorstin geeft het sentiment van de wandeling van vandaag goed weer. We lopen namelijk rondom Leek, een dorp waar we toch wel (bijna) alles over denken te weten. De realiteit is anders……….
We starten bij het kunstwerk aan de Kerkweg. Een herdenkingsmonument bestaande uit 32 zwarte balken van metaal die op elkaar liggen en verspringen, waardoor een V-vorm ontstaat. Deze vorm staat symbool voor verzet en vrijheid. Door een aantal onprettige voorvallen in Leek werd in het begin van de jaren tachtig het ‘Jongerencomité tegen Fascisme’ opgericht. Doel was de jeugd te weerhouden van discriminerende acties en voorlichting te geven over rechten en plichten in een democratische rechtsstaat. Vanuit dit Jongerencomité werd begonnen met het jaarlijks organiseren van een Dodenherdenking in Leek op 4 mei. Daarbij werd een centrale herdenkingsplaats gemist. De gedachte aan een herdenkingsmonument was geboren. Het monument moet dus ook waarschuwen tegen fascisme en discriminatie. Dat wordt uitgedrukt door de vorm en de plaats, want ‘de zwarte balken buigen zich eerst beklemmend over de aanschouwer heen, maar gaan halverwege over in ‘vleugels’ die wijd open de lucht in steken. Het monument is nadrukkelijk aanwezig in de omgeving; een daad van verzet.’
Voor verschillende huizen zien we hier de zogenaamde ‘Stolpersteine’ (struikelstenen). De kunstenaar noemt ze Stolpersteine omdat je erover struikelt met je hoofd en je hart en je moet buigen om de tekst te kunnen lezen. Deze stenen herinneren in dit geval aan de Joden die hier hebben gewoond en zijn weggevoerd. Tijdens WOII zijn er 72 joden weggevoerd uit Leek, waarvan 62 mensen bij een razzia op Sjabbat-avond 27 november 1942 werden opgepakt. Van hen kwam slechts één vrouw uit de kampen terug. Op 27 november 2021 werd in de rozentuin van Nienoord een zaailing geplant van de Anne Frankboom.
Onze weg loopt langs de Leekster Hoofddiep richting Zevenhuizen. Leek is genoemd naar het grensriviertje dat hier in de buurt loopt. Toen er van de dorpen Leek en Nietap nog geen sprake was, vormde dit veenriviertje een hindernis die genomen moest worden om van het Noordenveld in het Westerkwartier te komen. Tussen Leek en Nietap was een nauwe doorgang in het veenriviertje, waar je via een doorwaadbare plaats (een voorde) van het hoogveenmoeras bij Nietap naar het laagveen in Leek kon komen. De Leke voerde als regenrivier het overtollige water uit de hoogveenmoerassen af. De Lek, Leke of Leecke, ook ’t Piepke genoemd, is dus de grensbeek, een oude veenstroom, tussen de provincies Groningen en Drenthe. Door het graven van het Leekster Hoofddiep (voor turfschepen) heeft het zijn betekenis voor de afwatering grotendeels verloren. Het Leekster Hoofddiep mondt uit in het Leekstermeer, ook wel het Sultermeer genoemd omdat dit meer tot 1877 in open verbinding stond met de zee en dus zout water bevatte. Grappig detail is dat rondom het Leekstermeer het verhaal van de Leekster Tak opeens opeens naar voren komt. Oorspronkelijk was de Leekster Tak waarschijnlijk een hulsttak met rode bessen. Volgens een legende gingen in de oudheid Germanen al op schaatsen van koeribben naar een vlakbij Leek in het bos gelegen feest- en offerplaats. Daar bewezen zij hun eer aan Ullr, de God van sneeuw en ijs. Op weg naar huis namen zij als talisman dan een hulsttak mee uit het heilige woud die hen moest behoeden voor ongelukken op de terugtocht en de schaarste van de komende winter. Vanaf het midden van de negentiende eeuw tot in de jaren tachtig van de twintigste eeuw konden schaatsers, die over het bevroren Leekstermeer het dorp Leek bereikten, de Leekster Tak halen. Ze deden dit op de terugweg van een schaatstocht vanuit Friesland naar de stad Groningen. Een aantal oude Leeksters (80-90 jarigen) kunnen zich nog herinneren dat vroeger, in plaats van papieren Leekstertakken, nog hulsttakken werden verkocht, die rondom de borg Thedema in Nietap groeiden. Maar toen deze hulstplanten helemaal geplunderd waren door de takkenmakers, werden deze hulsttakken vervangen door papieren kunstbloemen. De tak werd bij de schaatser op de kleding genaaid of op de hoed bevestigd en werd door de schaatsers als een ereteken beschouwd; het was immers geen ongevaarlijke tocht over het Leekstermeer met alle wakken en gaten. Het was echt een felbegeerd souvenir, vergelijkbaar met het huidige Elfstedenkruisje. Bijzonder verhaal!
Voor onze familie heeft het Leekster Hoofddiep echter een eigen verhaal. We lopen in de voetsporen van (oud)oom Heertze die vanuit hier met rijtuig en paarden naar zijn ontginning ‘Amerika’ ging in de driehoek van de dorpen Haulerwijk, Een en Zevenhuizen. Het plaatsje (buurtschap) is gesticht in 1909 tijdens de ontginning van het grote heidegebied Steenbergerveld en het Eenerveld. Het deel in de voormalige gemeente Norg kreeg de naam Amerika mee. De ontginning van Amerika is grotendeels gerealiseerd door Heertze Jacob Krijthe, geboren 1872 te Oldehove en overleden in 1959 te Nietap. Een halfverharde weg in het gebied wordt ook wel naar hem vernoemd; de Krijthereed.
Al pratend zien we opeens rechts van ons ‘een juweel in het hart van het Westerkwartier’, de Roomsterborgh. Het statige pand met al haar historische elementen zou zomaar kunnen dateren uit het begin van de vorige eeuw, maar niets is minder waar. Theo Tels ouders hadden een boerenbedrijf op de plaats waar nu de Roomsterborgh staat. Hij nam uiteindelijk het boerenbedrijf over en is tot zijn 28ste boer geweest. Het was voor hem toch niet echt het leven dat hij wilde leven. Lang verhaal kort, Theo begon een bedrijf in landbouwmachines wat heel goed liep, maar waar hij ook niet echt de voldoening in vond. Hij wilde ontwerpen en bouwen. De verkoop van zijn bedrijf gaf hem de financiële middelen om te gaan bouwen op de plaats waar zijn ouders hun boerderij hadden gehad. Een bevriende architect werkte de tekeningen uit. Zo werden de plannen van de Borghoeve werkelijkheid. Het is nu een ontmoetingscentrum, een plek waar kunst, cultuur, theater en muziek samenkomen én waar je fijne gesprekken kunt voeren. Naast de Roomsterborgh staat een complex met 18 huurwoningen, in de stijl van een Limburgse boerenhoeve. De Borghhoeve is, wat de naam al zegt, een schitterende hoeve met privé terrein, prachtige binnenplaats met waterpartij en gebouwd van de hoogste kwaliteit materialen door uitsluitend Noordelijke ondernemingen. Dit alles neergezet door een man met een droom.
We lopen verder als het ware in een grote boog om Leek heen en zien het dorp groeien met nieuwe wijken zoals de nieuwbouwwijk Oostindie, een ruime, groene en waterrijke wijk aan de zuidkant van Leek. We lopen langs een meertje omgeven door groen en wanen ons beslist niet in een dorp of stad. Dat allemaal ‘op 25 autominuten van het oude stadscentrum van Groningen voor een terrasje of een dag shoppen’. 😉
Vanuit Leek naar Tolbert en verder naar Niebert. Het laatste stuk lopen we eigenlijk over het fietspad langs de weg. Beslist minder leuk. Hier hadden we achteraf toch het boekje moeten volgen door ‘bij het handgeschilderde bord ’t Pad linksaf te slaan’, de eeuwenoude verbindingsweg tussen Leek en Marum op. Nu nemen we een kijkje in het witte kerkje van Niebert. Elk nadeel heb z’n voordeel……
We zien een mooi gelegen wit zaalkerkje op een verhoogd kerkhof dat eind 14e eeuw in opdracht van de abt van Aduard werd gebouwd. Het interieur wordt vooral bepaald door het werk van de Groninger beeldhouwer Caspar Struiwig (1698-1748). In de kerk vind je, naast een prachtig gesneden preekstoel, veel fraai snijwerk op de herenbanken. De zware avondmaalstafel komt uit het Iwema Steenhuis.
Onder de kansel moet een gietijzeren grafplaat uit 1849 liggen met de bekende doodssymboliek: ‘de gevleugelde zandloper die verwijst naar het voorbij vlieden van de tijd, de vlinder als symbool voor de wegvliedende ziel en de slang die zichzelf in de staart bijtend een cirkel vormt (een zgn. ouroboros ). Deze symboliseert de cyclische aard van de natuur, het eeuwige terugkeren en de eenheid van alles.’
Met deze gedachte zijn we aan het einde van de tocht van vandaag. Het Iwema steenhuis, een volgend juweeltje op de route, bewaren we voor de volgende keer!