In veel dorpen in het noorden (van Nederland) staat een groot huis in de buurt van de kerk. Deze zogenoemde weem (weme, wheem of wheeme) is een lokale naam voor een pastorie. Vroeger was een pastorie de ambtswoning van een pastoor of predikant en zijn gezin en had elke parochie haar eigen pastorie. Trouwens een pastorie van een kathedraal wordt bij de katholieken een plebanie genoemd, want pastoor van de kathedraal heet een plebaan. Het is maar dat je het weet……
De pastorie behoort tegenwoordig meestal niet meer tot ‘de kerkgoederen’, maar het woord ‘weem’ (als naam) verwijst nog wel naar de oorspronkelijke functie van het huis. Deze naam komt van het oud Friese ‘wetheme’ wat ‘kerkelijk bezit’ betekent. In oost Nederland wordt met dit woord ook vaak een aan de pastoor of kapelaan (soort onderpastoor) toebehorend stuk (boeren)land bedoeld. Grappig is dat het Middelnederlandse woord ‘wedem’ zowel pastorie als bruidsschat betekende. Bijzonder, toch? Ter verduidelijking: het Middelnederlands, een taal die tussen 1200 en 1500 werd gesproken, is de opvolger van het Oudnederlands en een voorloper van de ons bekende moderne Nederlandse taal. Volgens ‘mijn woordenboek’ betekent ‘weem’ naast pastorie of vroegere predikantswoning eveneens ‘vroegere koopprijs voor een bruid’. Het blijft een aparte combinatie van betekenissen. 😉
Wij gaan wonen in een voormalige weem! Of om Shakespeare te citeren, we gaan leven in een droom, want pastorieën zijn gemaakt van ‘such stuff as dreams are made on.’ Zijn citaat gaat weliswaar niet echt over een pastorie, maar het klinkt wel mooi, poetisch…. Op het internet kom ik een stukje tegen wat een typerend sfeertje van ons dorp(je) in vroeger tijden schetst: ‘De klok slaat vijf uur wanneer de dominee van de Hervormde Kerk de deur achter zich dichttrekt. De meeste inwoners van het Groningse plaatsje gaan nu aan tafel, maar zijn werkdag zit er nog niet op. De kerkgemeente is klein en er zijn te weinig leden om een dominee te onderhouden. Hij heeft dus een tweede baan nodig. Aan het eind van het kerkpad staat daarom geen gewone ambtswoning, maar een weem: een pastorie en een boerderij ineen.’ Het was dan misschien wel een droomhuis, maar beslist geen gemakkelijk leven. Annie M.G. Schmidt schrijft over haar jeugdjaren: ‘Onze pastorie was oud, zeer koud en met grote holle kamers, die mijn moeder nauwelijks vermocht te meubelen.’ Het gedicht ‘Pastorie’ van Seth Gaaikema (zelf een dominee’s zoon) geeft eveneens een beeld: ‘Pastorie, die hoe ver ook verwijderd – Ik nog dagelijks vóór me zie –Door en door kerkelijke – En bij de schoonmaak zo bewerkelijke – Pastorie’
Er wordt ook wel gezegd dat je een pastorie vroeger kon vergelijken met een glazen huis of anders zeker met een papieren huis. Een glazen huis omdat er zo weinig privacy was voor de bewoners. De predikanten hadden immers geen baan van negen tot vijf, zij bekleden een ambt! Daarmee hadden ze werktijden van 24 uur, zeven dagen in de week. De benaming papieren huis komt vanwege het feit dat een pastorie vaak voorkomt in krantenberichten, verhalen etc. Ook details zowel met betrekking tot salariëring, opbrengsten van landerijen en fondsen als belastingen, kosten voor b.v. onderhoud en dergelijke werden nauwgezet per parochie gedocumenteerd en werden uiteraard met veel interesse gelezen door met name predikanten die voor een parochie werden gevraagd. Spottend werd er gefluisterd dat predikanten ‘hoe geestelijk ze ook waren, het materiële zeker niet vergaten.’ Alhoewel….. hoe ruim, hoe gerieflijk en op welke plek gelegen is, voor ons allemaal, niet onbelangrijk voor een woonplek.
Onze weem werd aan het eind van de achttiende eeuw gebouwd. Ik geloof dat het voorhuis stamt uit 1850. Inmiddels is het al vele jaren in gebruik als woonhuis. In 1910 is de boerenschuur vervangen door een consistoriekamer. De consistoriekamer of consistorie is een ruimte waarin de kerkenraad (binnen de protestantse kerk het hoogste orgaan van de plaatselijke en in principe zelfstandige kerkgemeente) vergadert. Het protestantisme is, naast het rooms-katholicisme, de oosters-orthodoxe kerken en het anglicanisme, één van de vier grote stromingen binnen het christendom. Deze stroming ontstond nadat ‘leerstellingen en praktijken in de katholieke kerk in West-Europa van binnenuit weerstand begonnen op te roepen’. Vorig jaar was het vijf eeuwen geleden dat Maarten Luther zijn 95 stellingen vastnagelde aan de kerk van Wittenberg in Duitsland en daarmee de Reformatie ontketende. Deze publicatie op 31 oktober 1517 wordt gezien als het symbolische begin van het protestantisme. Ondertussen is onze consistorie verandert in een sfeervolle woonkeuken van alle gemakken voorzien. De tijd schrijdt voort. 😉
Veel pastorieën in Nederland zijn destijds tegelijk met de bijbehorende kerk ontworpen en vormen daarmee een architectonische eenheid. Het komt natuurlijk ook voor dat de pastorie ouder of jonger is dan de kerk en daarom in een andere stijl is ontworpen. Zulke pastorieën zijn dan niet of nauwelijks te onderscheiden van een gewoon woonhuis dat toevallig naast de kerk staat. Over onze weem is helaas niet zoveel bekend, maar ik vind het beslist meer dan een toevallig woonhuis naast de kerk, of is dat ‘wishful thinking’?
Het aantal gelovigen is door de jaren heen flink afgenomen door de voortschrijdende ontkerkelijking, waardoor parochies zijn samengevoegd en pastorieën vrij kwamen voor de verkoop. Ook in ons geval heeft de dominee allang een ander onderkomen gezocht. De kerk is echter nog steeds in gebruik, al wordt hij tegenwoordig weinig door de dorpsbewoners zelf bezocht. Volgens een lokale ‘oldtimer’ zijn het vooral de inwoners van omringende dorpen, die of in hun eigen dorp een slechte verstandhouding hebben met hun kerk of misschien net een andere stroming aanhangen, die graag naar ‘onze’ kerk komen voor de zondagsdienst. In ieder geval hebben wij geconstateerd dat het klokgelui zondags rond negenen een luid (maar tevens een ontegenzeggelijk warm) onthaal ten gehore geeft. We maken deel uit van een gemeenschap, zij het dan meer in figuurlijke zin.