AYUTTHAYA

De ruïnestad Ayutthaya, hetgeen ‘heilige stad’ betekent, is één van Thailands nationale schatten en is door UNESCO uitgeroepen tot een World Heritage Site. Deze stad is ooit begonnen als een handels- en legerpost voor de Khmer. Het Khmer-rijk (of Angkor-rijk) was tussen de negende en vijftiende eeuw het machtigste en welvarendste rijk in Zuidoost Azië met als machtscentrum het westen van het huidige Cambodja. In bepaalde perioden heerste dit rijk over grote delen van landen die vandaag de dag bekend staan als Cambodja, Laos, Thailand en Vietnam en ontving het opbrengsten uit het tegenwoordige Maleisië en Myanmar.

Ayutthaya ligt gunstig aan de samenvloeiing van drie rivieren. Door het graven van een extra kanaal werd de stad compleet door water omringd, wat het een ideale plaats maakte om (vanaf 1350) als hoofdstad te fungeren. Koning Ramathibodi I noemde de stad naar een mythisch koninkrijk (Ayodhya) uit de Ramakien, een Thais verhaal over goed en kwaad, gebaseerd op de Indiase Ramayana. Bijzonder detail is dat, vanaf 1782, elke koning Rama wordt genoemd, naar de hoofdpersoon uit dit verhaal.

Natuurlijk, hoe kan het ook anders, bestaat er ook nog een legende over de stichter van Ayutthaya zelf. Een koning ontdekte dat zijn ongetrouwde dochter, na het eten van een aubergine (!) een kind had gebaard. Deze aubergine was bevrucht met de urine van een tuinman. De koning was woedend en verbande de dader, Nai Saen Pom (de man met de honderdduizend wratten) uit de stad, samen met de prinses en hun zoon. De god Indra had medelijden met het drietal en schonk de tuinman drie wensen. De tuinman vroeg als eerste om het verdwijnen van zijn wratten. Als tweede wilde hij graag een koninkrijk om over te heersen en tenslotte vroeg hij een gouden wieg voor zijn zoon. Zijn kind, Phaya U Thong oftewel ‘prins van de gouden wieg’, werd later, als Ramathibodi I, de eerste heerser over Ayutthaya. Verhalen om te onthouden :).

20150513ik146

Vier eeuwen lang werd Ayutthaya geregeerd door 33 opeenvolgende koningen, die elk nieuwe tempels en paleizen bouwden en bestaande gebouwen verfraaiden. Centraal in het hindoeïstische geloof staat de magische berg Meru, het mythische huis van de goden (vergelijkbaar met ‘onze’ Olympus). Ayutthaya werd daarom gebouwd als een gigantische mandala, een wiel of een cirkel en een symbool van oneindigheid met een binnen-en een buitenwereld. Het koninklijk paleis als hemels middelpunt en de wallen en grachten eromheen als symbool voor de grote zeeën. Aan pracht en praal dus geen gebrek! Monniken uit Sri Lanka werden uitgenodigd om de meeste religieuze activiteiten in de stad te leiden. Het rijk ontwikkelde zich verder tot een belangrijk handelscentrum en vele Europese naties, waaronder ook de Nederlandse VOC, hadden hier hun handelsposten. Uiteindelijk raakte de stad in verval. Twee jaar lang bood het weerstand aan het Birmaanse leger, maar tenslotte moest de stad in 1767 het onderspit delven.

20150513ik148

Mijn boekje vermeldt dat een Europese reiziger aan het einde van de 17e eeuw de bevolking van Ayutthaya schatte op meer dan 1 miljoen, met zo’n 1700 tempels, 30.000 priesters en meer dan 4.000 Boeddhabeelden, allen in goud gegoten of bedekt met gouden verguldsel. Indrukwekkend! Hoewel de meeste beelden en tempels vernietigd werden door de Birmezen, hebben ongeveer 50 tempels de strijd overleefd. Aan ons om een indruk te krijgen van deze overblijfselen. Het is lastig kiezen welke tempels je moet zien, het zijn er veel en ze liggen een behoorlijk eind uit elkaar. Er wordt gesproken over de ‘lucky 7even’, waarbij de Wat Phra Mahathat en de Wat Ratchaburana worden genoemd als de mooiste exemplaren. Ik geloof echter dat dit een meerdaagse trip inhoudt, want elk tempelcomplex is al een ervaring op zich, waar ontiegelijk veel te zien valt.

20150513ik166-2

Khun Add, onze chauffeur, brengt ons naar Wat Yai Chai Mongkhon. Gezien de drukte hier, is dit vast het startpunt voor vele bezoekers. Deze tempel wordt omschreven als ‘levendig en relaxed’. De blikvanger hier is de zeven meter lange, liggende Boeddha. Als het je lukt om een muntje vast te plakken aan de voeten van de Boeddha, zal dit je veel geluk brengen. Een gemiste kans? We wandelen verder over het enorme complex en zien vele Thai bidden, compleet met wierook, lotusbloemen en rammelende stokken in de hoop op een gunstige horoscoop. Monniken lopen af en aan in hun oranje gewaden wat het gevoel van ‘levendigheid’ nog verhoogd. Het kleurrijkste deel is echter het plein met de honderden boeddhabeelden, allen nog intact en allen voorzien van een oranje of saffraangele lap. Ze vormen een enorm vierkant om een grote chedi (boeddhistische stupa), die je kunt beklimmen. Je moet wel een geweldig uitzicht hebben bovenop, maar we laten deze uitdaging maar voor wat het is. Het is te warm en we hebben nog meer op onze agenda staan.

20150513ik158 2

We vragen Khun Add naar de Wat Phra Mahathat en volgens hem kunnen we deze het best bereiken per auto. Het blijkt nog een hele tocht te zijn, maar voor iets moois moet je wat overhebben, nietwaar? De ruïnes van deze tempel staan vooral bekend om het Boeddha hoofd dat wordt ‘vastgehouden’ door de wortels van een bodhi- of banyanboom.
Niemand weet precies hoe het hoofd daar terecht is gekomen, maar één van de theorieën is dat het daar verstopt is door een dief. Begin 1900 stortte een groot deel van dit tempelcomplex in, waardoor veel gelukszoekers hun kans schoon zagen om wat extra’s te ‘verdienen’. Was het hoofd te zwaar of vond de dief het achteraf toch niet de moeite van het ophalen waard? Wie het weet, mag het zeggen :). Tegenwoordig is het hoofd een bijzondere attractie en is het bijna moeilijk om het ongestoord te kunnen bekijken. Het ‘selfie fenomeen’ heeft ook hier uitgebreid haar intrede gedaan. De ruïne van het eigenlijke tempelcomplex lijkt haast een kopie van de eerste tempel die we vandaag gezien hebben. Ook hier een groot vierkant van boeddha’s rondom een hoge tempel met een grote trap. Je moet een beetje je fantasie gebruiken, maar de overeenkomsten zijn er beslist! Al met al hebben we dus maar twee tempels van de ‘must see seven’ gezien, dus …….. het is slechts een kwestie van wanneer 😀

CHINATOWN

Vele steden in de wereld hebben een ‘Chinatown’, maar Bangkok schijnt één van de grootste en meest authentieke in de wereld te hebben. Vroeger was dit een arme wijk van de stad, waar Chinese immigranten zich vestigden om in Thailand te kunnen werken. Ontstaan rond de 18e eeuw kent dit gebied nog steeds vele etnische Chinezen, die vasthouden aan hun eigen tradities en religieuze ceremonies. Aan het einde van de 18e eeuw moesten de Chinese kooplieden hun winkels naar het zuiden verplaatsen toen ze verdreven werden van het land waar Rama I zijn Grote Paleis en de Wat Phra Kaeo wilde bouwen. De koning’s wil is wet! De eerste winkeltjes werden gevestigd aan de smalle Sampeng Lane, wat overdag een winkelstraat en ’s nachts een opiumzone was. Rond 1900 stond het zelfs bekend als ‘Sin Alley’ vanwege de grote hoeveelheid gokhuizen, bordelen en opiumkitten. De meeste illegale praktijken zijn inmiddels wel verdwenen en door de jaren heen is het gebied langzaam uitgegroeid tot één van de belangrijkste commerciële gebieden van de stad. De grondprijzen hier zijn één van de hoogste in Bangkok. Al met al is het een wijk met een geschiedenis, een wijk ’die je gezien moet hebben, altijd bedrijvig met druk bezochte markten, goudwinkels, loterijverkopers en restaurants die variëren van doodeenvoudig tot extreem luxe’. Je kunt deze wijk het best te voet verkennen,waarmee een plan is geboren.

Pauline en ik laten ons eerst door chauffeur Khun Add afzetten bij het Mandarin Oriental Hotel, want……’al bijna 130 jaar hebben koningen, hoogwaardigheidsbe-kleders en andere belangrijke reizigers zich een weg gebaand door het hart van Bangkok door het volgen van de legendarische Chao Phraya River om uit te komen bij de deuren van een van ’s werelds meest luxueuze hotels – het Mandarin Oriental Bangkok’. Hoe is dat voor een aanbeveling? Alle kamers van het hotel zijn ingericht met teakhouten meubelen en Thaise zijden stoffering. Er is een groot buitenzwembad en je kunt er Thaise kooklessen of een yogacursus volgen. Dat gaan wij echter allemaal niet zien of beleven. Ons plan bestaat uit het drinken van een kopje koffie in stijl, in de luxueuze lounge, om daarna een blik te werpen in het oude, originele, gedeelte, de ‘Authors’ Lounge’, waar vroeg 20-eeuwse schrijvers als Graham Greene al verbleven. Helaas voor ons wordt dit deel net gerestaureerd.

Vervolgens nemen we de hotel-ferry naar het officiële bootstation even verderop op de rivier. Fantastisch, we voelen ons prinsessen op het water in deze charmante boot. De ‘bus-boot’ is een heel ander verhaal. Prima vervoersmiddel, maar het is echt net een bus. Stoppen en uitstappen of anders zit je alweer midden op het water. Aangezien alle mededelingen in het Thai worden gedaan en wij even de draad kwijt zijn door ons kleine tocht met de ‘mandarijnboot’, missen we ons uitstappunt. Er zit niks anders op dan een boot terug te nemen. Wijs geworden zitten we deze keer pal bij de uitgang en hebben we alle ‘bootmensen’ geïnformeerd (gealarmeerd?) dat we nu echt willen uitstappen bij halte Chinatown. ‘No problem, madams’. 😀

20150513ik099

Meteen aan het water ligt een groot Chinees restaurant met een aantrekkelijk terras aan het water. Ideaal voor een lunch? Het is er druk en mensen hebben totaal geen aandacht voor elkaar, laat staan voor twee ‘farangs’. Met wat duwen en trekken weten we een mooi plekje aan het water te vinden, maar daarmee is dan ook alles gezegd. We worden verder totaal genegeerd. Hoe leuk ook, dit gaat ‘m toch niet worden. Weer buiten is het druk en chaotisch. Oude panden met beschadigde gevels, veel marktkraampjes met divers koopwaar van, fruit, allerlei huishoudelijke zaken tot snacks. Hier zien we ook de sateetjes! Grappig dat alles van de kip wordt gebruikt. Op de BBQ liggen o.a. sateetjes van kippenlevertjes, kippenmaagjes, maar ook de ‘gewone’ met bekende stukjes malse kip. Heerlijk! Dat smaakt naar meer. We moeten nu maar eens serieus op zoek naar een smakelijke maaltijd, want ‘ondanks alle hectiek van het dagelijks leven geldt in Chinatown nog altijd de oude regel dat een ontspannen maaltijd de gezondheid versterkt’.

DSC_0127

We laten de twee belangrijkste verkeersaders, Thanon Yaowarat en Thanon Charoen Krung, links liggen. Misschien een gemis want hier vind je de stijlvolle goudwinkels, winkels waar heiligenbeelden en altaren worden verkocht en bovendien vind je hier exotische apotheken. Volgens mysterieuze recepten kan hier voor elke klant een passend medicijn gemengd worden. In plaats daarvan zwaaien wij af naar de Sampeng Lane, het hart van Chinatown. Het blijkt een doolhof van steegjes en zijstraatjes. Sommige steegjes zo smal dat je er bijna niet doorheen kunt fietsen, al wordt dat zeker wel geprobeerd. De koopwaar is hier letterlijk op straat te vinden :). In dit deel van Chinatown kun je alles kopen van ‘goedkope kleding en schoenen (Pauline heeft hier leuke sandalen gekocht!) tot kleverige, zoete Chinese snoepjes en smakeloze glitter sieraden’. The place to be dus :). Temidden van al dit ‘geweld’ weet Pauline toch een paar tafeltjes te ontdekken, waar we aanschuiven bij de ‘locals’ voor een heerlijke ‘sop noodles’. Op een krukje temidden van bezems, emmers en meer van dit soort attributen, is dit absoluut een unieke ervaring.

20150513ik104

Toch mist hier voor mij nog iets. Waar zijn de Chinese uithangborden? De typisch Chinese prullaria? En bovenal de Chinese kenmerken die van de wijk een Chinese wijk maken? Kan het zijn dat ik door de bomen het bos niet meer zie? Of misschien zijn we hier niet op het juiste moment? Dat ik geen kenner ben moge blijken uit een artikel uit de Telegraaf van kort geleden waarin wordt gesteld dat het Chinatown in Bangkok uniek is en dat media uit China zelfs hierheen komen om tradities te filmen die in hun eigen land verloren zijn gegaan. Datzelfde artikel vertelt verder dat de sloop dreigt voor dit gebied. De eigenaar van dit stadsdeel is de burgemeester van Bangkok en de bewoners hebben er niets over te zeggen.
Volgens de krant geldt bescherming van cultureel erfgoed in Thailand in de meeste gevallen slechts voor tempels en paleizen. Verder telt alleen het economisch gewin. Cynisch! Wij hebben het fenomeen ‘Chinatown’ in elk geval nog op tijd meegemaakt en moeten nog maar eens (snel!) terugkomen om de andere bijzonderheden die deze wijk te bieden heeft te ervaren!

Ter afsluiting nog even het volgende. Ken je nog het sprookjesachtige verhaal van de koning van Siam, die een Britse gouvernante, Anna, in dienst nam om zijn kinderen te onderwijzen? Haar eigen zoon Louis kreeg eveneens les van haar, samen met de koningskinderen. Na zijn opleiding in Engeland, keerde Louis terug naar Siam, waar hij in dienst trad bij zijn toenmalige vriend de prins, die ondertussen koning was geworden. Hij kreeg opdracht de grenzen van het koninkrijk vast te leggen en de houtvoorraden in het noorden te beschermen, waar hij veel geld verdiende als pionier van de Siamese teakindustrie. In 1896 richtte hij zijn eigen bedrijf op, handelsmaatschappij Louis T. Leonowens Ltd. Begin 20e eeuw werd zijn bedrijf ingeschreven in Bangkok en hoewel het bedrijf tegenwoordig in andere handen is, is de oorspronkelijke naam tot de dag van vandaag bekend gebleven. Wie zegt dat sprookjes niet op waarheid berusten? 🙂

MARKTEN

Eén van de bekendste fenomenen in Thailand is wel dat van de drijvende markten oftewel de ‘floating markets’. Deze markten stammen nog uit de tijd dat Bangkok dikwijls het Venetië van het oosten werd genoemd. Na de verwoesting van de oude Siamese hoofdstad Ayutthaya werd de hoofdstad, door de toenmalige koning Rama I, uiteindelijk verplaatst naar het strategisch gunstig gelegen Bangkok, eigenlijk Bang Makok, wat letterlijk ‘dorp van de wilde olijf’ betekent. Koning Rama vond dit echter een ongeschikte naam voor zo’n belangrijke (koninklijke) plaats. Hij bedacht de langste naam (in het Thai compleet aan elkaar geschreven!) in de wereld, dat daarmee ook een plaatsje in het Guinness Book of World Records heeft veroverd. In het engels betekent de nieuwe naam zoveel als ‘stad der engelen, grote stad der onsterfelijken, prachtige stad van de negen edelstenen, zetel van de koning……’ en meer van dit soort benamingen. In de volksmond is Bangkok onder de Thai bekend als ‘Krung Threp’ of ‘engelenstad’.

63

Omdat Bangkok werd gebouwd op de oevers van een rivier was transport over water in die tijd de belangrijkste vorm van vervoer in de stad. De vele aangelegde kanalen of khlongs werden eveneens gebruikt voor het dumpen van afvalwater en ‘last but not least’ voor de drijvende markten. Tegenwoordig hebben de meeste kanalen plaats gemaakt voor een dicht wegennet, maar buiten de hoofdstad kun je je nog wel verlustigen aan de bonte verzameling van bootjes, handelswaar en handelaren. Uiteraard heerlijk toeristisch en populair zowel onder de buitenlanders als de Thai, maar tegelijkertijd zijn het ook echte markten, waar je van alles kunt kopen op het gebied van groente, fruit en souvenirs. De Damnoen Saduak Floating Market is de meest bekende onder de drijvende markten. Deze markt ligt op ruim 100 kilometer van Bangkok. Wij zijn er klaar voor!

58

De eerste indruk is al meteen geweldig, wat een kleuren, wat een bedrijvigheid. We weten haast niet waar we het eerst moeten kijken. Riep is al meer een ‘oude rot’ in dit vak en begeleidt ons vlotjes naar een tafeltje met uitzicht op de khlong voor een kopje koffie. Ondertussen regelt hij een boot, want dit hele gebeuren moet je immers op en top beleven? Ik vraag mij nog eventjes benauwd af hoe ik in vredesnaam weer uit die smalle en vooral lage boot moet komen, maar wie dan leeft, wie dan zorgt. Ik wil het ook niet missen! Eigenlijk lijkt deze hele omgeving wel een beetje op en combinatie van Giethoorn en Volendam, al ben ik daar nog nooit geweest, dus wie ben ik ik om daarover te oordelen :). We worden langs allerlei stalletjes op de kant gevaren, waar overijverige kooplieden hun producten aan de man proberen te brengen. Volop prullaria, maar Aziatische prullaria en daarmee bont en exotisch. Voor ons blijven echter de groente- en fruit boten samen met de zgn. ‘eetboten’ de leukste bezienswaardigheden. Ook de traditionele verkopers met hun brede rieten hoeden en hun typische gewaden blijven ons oog trekken.

87

Na de boottrip (het was inderdaad een toer om de boot weer te verlaten :)) lopen we over de kade en ervaren we ‘hands on’ de ‘hustle and bustle’ van deze levendige markt. We zien hoe hele maaltijden, op een klein vuurtje, aan boord worden gekookt, terwijl een enorme gastank voorin diezelfde boot staat. Op een andere boot liggen allerlei soorten vissen te garen op een houtskool BBQ-tje. Even verderop komen ons de heerlijke geuren van een vers loempiaatje tegemoet. Gevuld met groenten en overgoten met een gembersausje is het een super snackje om even op adem te komen en alle indrukken te verwerken. Je vergeet hier de tijd!

20150513ik009-2

Naast deze drijvende markten zijn er in en rondom Bangkok natuurlijk tal van ‘gewone’ markten, die ook zeer de moeite van het bezoeken waard zijn. Eentje, die zeker niet onvermeld mag blijven, is de ‘Pak Khlong Talat’, wat letterlijk ‘markt aan de monding van de rivier’ betekent. Op deze markt worden zowel bloemen als groenten en fruit verkocht en ze bestaat al meer dan zestig jaar in haar huidige vorm. Onze aandacht ligt in eerste instantie vooral bij de bloemen. Veel van de bloemen komen uit naburige provincies. Anderen, die een koeler groei-klimaat nodig hebben, komen ver weg zoals uit Chiang Mai en Chiang Rai. Dat maakt de keuze op de markt zeer uitgebreid. Naast groothandelaren zijn hier eveneens veel ‘stedelijke armen’ te vinden, die proberen een centje bij te verdienen door het rijgen en verkopen van diverse ‘phuang malai’ (slingers van bloemen). Zakken vol jasmijn- en goudsbloem bloesem staan naast overvolle tafels, waar vlijtige vingers druk aan het werk zijn. De geur is haast overweldigend. Ook de orchidee is goed vertegenwoordigd. Met handschoentjes aan worden deze delicate bloemen verwerkt tot lieflijke, bloemrijke hoogstandjes. Ik herinner me opeens een verhaal dat onze omi, na jaren Indonesië, liever een boeket dahlia’s kreeg, dan een mooie orchidee, want, tja….., orchideeën waren immers zo gewoon…. :). Grappig toch?
Het feit dat deze bloemenmarkt eigenlijk helemaal niet toeristisch is, maakt het vooral een aangename en verrassende ervaring, die beslist voor herhaling vatbaar is.
We zijn nog lang niet uitgekeken!

HEMELSE GEUREN

In Bangkok wordt altijd en overal gegeten, want in de stad wordt altijd en overal gegrild, gebakken en gekookt. Op elke straathoek staan stalletjes waaruit in een handomdraai de heerlijkste gerechten worden bereid. Voor elk wat wils en absoluut betaalbaar. In mijn boekje staat: ‘Wanneer eten we? is een vraag waar Thai weinig mee kunnen. Altijd! De Thai zijn een volk waarvan de ene helft kookt, terwijl de andere helft eet of in ieder geval over eten praat. Geen wonder dat er op elke hoek, verleidelijk geurend, wordt gekookt, gebakken, geflambeerd en gegrild.’ Een grappig fenomeen is ook dat er rond het middaguur overal ‘instant restaurantjes’ tevoorschijn komen. Gewoon een paar tafeltjes met stoeltjes, een parasolletje en een wok of een grill en je bent klaar voor de lunch rush. Uit alle ‘high rise’ gebouwen stromen medewerkers naar buiten klaar voor hun ‘pai gin khaao’. Pai gin khaao betekent ‘laten we gaan eten’ in het Thais, maar de betekenis gaat dieper. Het betekent meer ‘op ontdekkingsreis gaan, het aanbevolen restaurantje proberen of dat verscholen tentje bij de rivier’. Het is een beetje zoals ons weerpraatje; een communicatie middel bij uitstek, ideaal voor kantoorroddels en niet weg te denken uit het dagelijks leven!

20150513ik033

De Thaise keuken wordt geprezen als één van de beste van de wereld, enorm gevarieerd. Als mensen elkaar in een grote groep ontmoeten, komen er zoveel mogelijk verschillende heerlijkheden op tafel en neemt iedereen gewoon waar hij of zij zin in heeft. Harmonie is belangrijk, bij elk scherp gerecht wordt een milde saus geserveerd, bij iets zoets iets zuurs, bij iets dat gebakken is iets wat gestoomd is en uiteraard is geen enkele maaltijd compleet zonder een curry. Khun Da, onze hulp in huis, tovert dagelijks de lekkerste gerechten op tafel. Nadat wij haar hebben bezworen dat niet alles ‘mai pet’ (niet pittig) hoeft te zijn ‘promoveren’ we naar licht pittig. We eten gerechten met de mooiste namen zoals Choo Chee Pla (curry fried fish), Gaeng Keaw Wan Gai (chicken green curry) en natuurlijk een variatie van de bekende Pad Thai (stir fried noodles). Ik kan het niet laten om een Thais kookboek te kopen, want dit smaakt beslist naar meer! Thais eten schijnt ook heel gezond te zijn, er worden altijd veel groenten gebruikt. Een typisch Thais gerecht bevat in elk geval knoflook, shallotjes, chili, turmeric, lemongrass en galangawortel (gemberfamilie).

20150513ik058

Tijd om het zelf te proberen? Het is in dit verband absoluut leuk om met Denny en DK (het fotografen echtpaar waar Riepko regelmatig mee op stap is) een lokale markt te verkennen, inkopen te doen om die later samen te fotograferen en te verwerken tot verrassende smaaksensaties. We zien veel bekende, maar misschien nog wel meer onbekende etenswaren. Fantastisch hoe een jonge vrouw flitsend haar gemberwortels in fijne reepjes snijd zonder ook maar een slag te missen. Naast de benodigdheden voor onze lunch en diner kunnen we de verleiding niet weerstaan om ook een aantal verse snackjes aan te schaffen. Volgens DK is het ene stalletje beslist beter, verser en lekkerder dan het andere en wie zijn wij om dat in twijfel te trekken. Heerlijk zo’n ter plekke bereidde dim sum gestoomd met verse kruiden. Een beetje sojasaus erbij en voilà een super hapje! Onnodig om te vermelden dat we hier wel eindeloos kunnen kijken, proeven en genieten? De tijd vliegt voorbij.

We horen nog een grappig verhaal over waarom het eten in Isaan (noordoost Thailand) zo ontiegelijk scherp is. Veel mensen in Isaan zijn arm en in Thailand zijn rijst en pepers goedkoop. Om lekker vol te raken moet je veel rijst eten, maar de smaak van alleen rijst verveelt snel. Geld voor bijgerechten is er in Isaan vaak niet, dus maken ze er voor de hele familie één gerecht waar ze een grote hoeveelheid pepers doorheen stampen. De maaltijd is dan zo heet geworden dat je wel heel veel rijst moet eten om de boel te blussen. Veel rijst zorgt voor een volle buik. 🙂

78 2

Pauline heeft ondertussen nog nooit een echte kokosnoot geproefd, d.w.z. het kokoswater gedronken en het jonge vlees gegeten. Een hiaat wat we snel kunnen oplossen. Onze chauffeur, Khun Add, weet het perfecte plekje te vinden, waar de kokosnoten vers zijn en maar een fractie van de prijs op de ‘toeristen’ markten. Ter plekke wordt de kokosnoot ‘onthoofd’, kapje opzij, rietje erin en drinken maar. Pauline wordt getrakteerd op een enorme noot, waarin eindeloos veel water zit. Omdat haar noot daarna niet wil splijten, ondanks brute kracht en veelvuldige bijlslagen, krijgt zij nog een kleine(re) variant als genoegdoening. Hoe is dat voor een vuurdoop? De kokosnoot is een vrucht met geneeskracht en daardoor supergezond. Zo bevordert het o.a. de spijsvertering, geeft het een goede energiebalans, is het goed voor hart en bloedvaten en is het ook nog eens goed voor het brein. Pauline heeft een goede dag! Haar lichaam heeft vandaag een enorme boost ontvangen.

Naast een geweldige hoeveelheid Thaise eettentjes en restaurantjes kun je in Bangkok ook je hart ophalen aan allerlei buitenlandse eetgelegenheden. De bekende chef-kok Henk Savelberg verkocht vorig jaar zijn restaurant in Voorburg om zijn droom te verwezenlijken met een vestiging in Azië. Zes maanden geleden ging die droom in vervulling en wel in Bangkok aan de Wireless Road. Riepko neemt ons hier mee naar toe voor een avondje culinair genieten, want dit is toch wel bijzonder. Volgens Henk zelf is het een modern restaurant geworden waar toch een lekker ‘thuis’gevoel in zit. Overal komen oranje details terug, zoals in de pilaren, de sjaaltjes van de serveersters en uiteraard in het logo. Ondanks de zaterdagavond zit het restaurant lang niet vol. Savelberg mikt op de bovenkant van de markt, maar het valt kennelijk niet mee om de concurrentie te verslaan en je eigen plekje in de veelheid van te veroveren. We worden in het Nederlands begroet, wat ons ‘thuis’ gevoel beslist vergroot. Elk gerecht is een ‘feestje op je bord’. Er is veel aandacht voor buitenlandse producten: asperges uit Nederland, kreeften uit Canada, tong uit de Noordzee etc. etc. Misschien is dat meteen ook de bottleneck? Het menu bestaat uit signatuur gerechten, die ook in Nederland geserveerd werden, al is het dan met een oosterse draai. Heerlijk, en uitgelezen en absoluut de moeite waard, maar…….. in de enorme keuze die Bangkok te bieden heeft zal dit restaurant, althans voor ons, geen regelmatig terugkerende keuze worden. Wij gaan hier toch voor de Thaise heerlijkheden!

WAT WANDELEN

Je kunt er beslist niet omheen, bijna op elke straathoek in Bangkok kom je tempels tegen. Overal mensen die hun handen gevouwen hebben compleet met lotusbloem of offerande om te mediteren of te bidden voor een boeddhabeeld. Het boeddhisme kleurt het dagelijkse leven. Zowel letterlijk als figuurlijk. De in oranje gewaden gehulde monniken vormen een kleurrijk gezicht. Iedere jongeman wordt geacht een tijdje als monnik door het leven te gaan, een soort religieuze dienstplicht om het karma te verbeteren en de kennis van de leer van Boeddha te versterken. Het is de bedoeling dat deze plicht voor minimaal drie maanden vervuld moet worden, maar velen hebben het na één of twee weken wel gezien :). Het valt dan ook niet mee! Hoewel verlichting het uiteindelijke doel is, beschouwen de Theravada-boeddhisten (zoals in Thailand) dit doel als onbereikbaar voor leken. Iemand kan hooguit hopen op vermindering van lijden door goede daden te verrichten en zo min mogelijk kwaad te doen. Even een klein lesje boeddhisme….. Het boeddhisme ontstond in de vijfde eeuw voor Christus toen de Noord-Indiase prins Siddartha Gautama zich afvroeg wat de oorzaak kon zijn van al het lijden en hoe er een eind aan gemaakt kon worden. In een poging de antwoorden te vinden ondernam hij lange zwerftochten, ging hij in de leer bij goeroes en werd hij een asceet. Uiteindelijk ontdekte hij, na lang mediteren, dat lijden het gevolg is van begeerte. Door elk verlangen te onderdrukken, kun je lijden voorkomen. Het lukte hem alle begeerte in zichzelf te stoppen, waardoor hij Boeddha, de verlichte, werd. Hij bereikte daarmee het nirwana, een toestand van het Niets. Verlichting en nirwana worden gezien als absolute boeddhistische idealen.

DSC_0355

In een stad met zoveel tempels en zoveel uitingen van geloof kunnen wij er natuurlijk niet omheen om een paar tempels te bezoeken, maar waar te beginnen en welke superlatieven te geloven? Uiteindelijk kiezen we voor de oudste en grootste tempel; Wat Pho of de tempel van de liggende Boeddha, en de belangrijkste en tevens mooiste bezienswaardigheid van Thailand; Wat Phra Kaeo oftewel de tempel bij het Koninklijk Paleis.

14

Wat Pho is met 80.000 vierkante meter de grootste en oudste ’wat’ in Bangkok en kent meer dan duizend Boeddha’s, wat meer is dan in enige andere tempel in het land. Daarnaast is er de bekende liggende Boeddha van maar liefst 46 meter lang en vijftien meter hoog! Echt een ongelooflijk kolossaal beeld rijkelijk versierd met bladgoud. De liggende houding symboliseert de overgang naar het nirwana. De voeten zijn drie bij vijf meter (!!) en volledig ingelegd met patronen in parelmoer. Het geheel is een mix van Thaise, Indiase en Chinese religieuze symbolen en symboliseert het heelal met 108 symbolen van voorspoed en geluk. Dat moet goed komen! Nu nog ontdekken welk symbool voor wat staat? Pauline en ik kijken onze ogen uit. Wat een pracht en praal, wat indrukwekkend en hoe kunnen we deze beelden overbrengen. Je moet het eigenlijk zelf zien om het op en top te kunnen beleven. Wat Pho is echter meer dan een tempel. Hier worden ook recepten bewaard van oude Thaise medicijnen en krijgen studenten onderwijs in traditionele behandelmethoden, waaronder massage technieken. Je schijnt hier zelfs een goede massage behandeling te kunnen krijgen of je kunt een cursus van vijf dagen volgen om jezelf te ‘verrijken’. Een gemiste kans voor ons, de massage zelf dan wel te verstaan. Iets voor een volgende keer? Eigenlijk is het hele tempelgebeuren ook maar een vreemde mengelmoes, want het zijn niet alleen ‘heilige monniken, beroemde boeddhabeelden en gezegende amuletten waarbij de Thai zijn heil zoekt om zijn levenslot te verbeteren’. Het geklepper voor een altaar wordt b.v. gemaakt door bezoekers die geknield houten stokken in een beker heen en weer schudden tot er eentje uitvalt. Op de stok staat een nummer wat weer correspondeert met een genummerde horoscoop. Geluk is overal :).
We lopen heel wat af over het tempelterrein en blijven ons verbazen over de architectuur, de kleuren, de details en de beeldhouwkunst. Een overdaad! Je moet af en toe gewoon een pas op de plaats maken en goed kijken om het geheel te kunnen bevatten.

IMG_1916 2

Vervolgens Wat Phra Kaeo, ook wel de tempel van de smaragdgroene Boeddha genoemd. Helaas kunnen wij deze Boeddha niet zelf bewonderen, het verblijf van dit belangrijkste godsdienstige symbool is vandaag gesloten. Het beeldje zelf schijnt maar 66 cm groot te zijn en is eigenlijk gemaakt van jade. Vroeger werd de smaragdgroene Boeddha nog wel eens uit de tempel gehaald voor een processie door de straten van Bangkok om de stad en de omgeving te behoeden voor ziektes als pest en cholera. Rama IV was echter bang dat het heilige beeld zou beschadigen en verbood het verlaten van de tempel. Ook zijn moderne denkwijze dat ziektes werden verspreid door ziektekiemen en niet door boosaardige geesten of het ontstemmen van Boeddha hielp mee bij dit besluit.
Grappig detail is dat het beeldje wordt getooid met drie verschillende gewaden. In de zomer draagt het een kroon met sieraden, in de winter een gouden sjaal en in de regentijd een vergulde monnikspij en hoofdtooi. Het vervangen van de gewaden is een heel belangrijk ritueel wat alleen door de koning of de kroonprins mag worden uitgevoerd. Het moet geluk en voorspoed brengen in elk seizoen. Misschien was er net wisseling van gewaad? Van zomer naar regen? Hoe dan ook, ook zonder groene Boeddha is er meer dan genoeg te zien. Nadat Pauline eerst een ‘schoolmeisjes bloes’ heeft gescoord, want blote schouders mogen niet, ook niet onder een brede sjaal!!, storten wij ons in de warme menigte. Het is druk, dit is toch wel topattractie nummer één. Elk schaduwplekje wordt dubbel en dwars benut, terwijl de zon meedogenloos op de overgebleven delen schijnt. Factor 50 is hier beslist geen overbodige luxe, evenals een flesje verkoelend water. Weer kijken we onze ogen uit. Beschermers, half god, half demon, stijgen hoog boven ons uit, vergulde Garuda’s beschermen het gebouw van de groene Boeddha en ook hier weer een geweldige aandacht voor detail, kleur en materialen. Zo zien we een grote ‘gouden’ chedi (een klokvormige stoepa), prachtige met mozaïek ingelegde pilaren, sierlijk golvende daken, maar ook een meer sober mini complexje met ‘fallusachtige prangs (soort stoepa), die uit de Khmer architectuur zijn overgenomen’. Heel divers en ondanks veel lopen en veel zien, heb ik toch het idee dat we nog lang niet alles goed in ons hebben opgenomen.

IMG_1934

Deze wat wordt vaak in één adem genoemd met het paleis, maar de koninklijke familie verblijft tegenwoordig alleen nog op feestdagen in dit Grand Palace. Daarnaast wordt het nog steeds voor staatsbezoeken en andere formele bezigheden gebruikt. De schitterende gebouwen stammen uit verschillende tijdperken. Met name Rama IV en V (tot 1910) combineerden uit Europa overgenomen bouwstijlen met de meer traditionele Thaise architectuur. Het maakt het tot een paleis uit een sprookje!