Sinds augustus 2014 kun je je per veerdienst over laten varen tussen de sluizen van Aduarderzijl en Schaphalsterzijl. Deze veerdienst over het Reitdiep is het resultaat van een idee om het Nationale Landschap Middag Humsterland te verbinden met het Hogeland. De veerdienst, vooral bedoeld voor fietsers en wandelaars, is vanaf het begin een succes. Het wordt tijd om het ook eens te proberen.
Vertrekpunt Schaphalsterzijl (foto: RK)
Vanwege de vertrektijden komt het ons beter uit om vandaag in Schaphalsterzijl te beginnen. Schaphalsterzijl (Gronings: Schaphalsterziel) is een gehuchtje in de gemeente het Hogeland. Het is genoemd naar de aanwezige ‘zijl’ (sluis) dat ligt op de plek waar het Winsumerdiep uitmondt in het Reitdiep. De sluis zelf is weer vernoemd naar een nabije bocht in het Reitdiep dat als de Schapehals bekend staat. Dat moet wel een nauwe, smalle bocht zijn. Tegenwoordig heet dit meest westelijke stuk van het Winsumerdiep officieel geen Schapehals meer, maar er bestaan nog steeds diverse anderen wateren in Groningen die de toevoeging ‘hals’ in zich dragen. Denk maar eens aan de Katerhals bij Niekerk, het Hondhalstermeer bij Wagenborgen of het Katerhalstermaar bij Garrelsweer.
Herinneringen Tachtigjarige Oorlog (foto: IK)
De Schaphalstersluis bestaat al sinds 1459. De oorspronkelijke sluis, gebouwd van hout, werd ten noorden van de Schapehals gebouwd om het er vlakbij gelegen Winsumerzijl niet meer voldeed voor het steeds groter wordende achterland. In 1539 werd er beschoeiing aangelegd bij de sluis en in de Tachtigjarige Oorlog (1568-1648) werd hier door de ‘staatsen’ een schans gebouwd. De Staatsgezinden waren een groep opstandelingen tegen het Spaanse gezag, geleid door de Staten Generaal van de Nederlanden (vandaar de naam). De stad Groningen stond in de jaren 1580-1594 aan de kant van de Spaanse koning Filips II en het Groninger land en Drenthe dienden als uitvalsbasis voor aanvallen van het koninklijke leger in Friesland waar de Staatsgezinden de baas waren, alhoewel de bevolking daar nog niet eensgezind voor de opstand gekozen hadden. Om de toen machtige stad Groningen in handen te krijgen, begon graaf Willem Lodewijk van Oranje met het aanleggen en veroveren van schansen of versterkingen rond de stad, waaronder die van Schaphalsterzijl. De bedoeling was om hiermee de stad voor de aanvoer van voedsel en munitie af te sluiten. Uiteraard verliep het plan niet zonder slag of stoot. Al in 1581 werd de hier betreffende schans veroverd door de Spanjaarden met als resultaat een grote brand in de sluis. De sluis werd vervolgens weer in oorspronkelijke staat herbouwd, wat achteraf misschien toch niet zo’n goed idee was i.v.m. toenemende lekkage. In 1734 werd op dezelfde plaats uiteindelijk een stenen variant gebouwd, waarna de sluis door de jaren heen meerdere malen is gerestaureerd. Boven op de sluis staat een windwijzer met het wapen van het vroegere waterschap Hunsingo. Bovendien heeft de sluis nog een tweetal gargouilles of waterspuwers.
Sluis met waarhuis (foto: IK)
Waterspuwer Schaphalsterzijl (foto: RK)
In 2005 werd de sluis voorzien van een modern gemaal, dat grotendeels betaald werd door de NAM. Veel bewoners waren oorspronkelijk tegen de bouw van het gemaal, omdat het het landschap zou ontsieren en niet zou passen bij de bestaande eeuwenoude sluizen. Het gemaal heeft echter als taak de relatieve verhoging van de waterstand, als gevolg door de bodemdaling door de winning van aardgas te compenseren en werd daarom toch een feit.
Oever Reitdiep (foto: IK)
Ondertussen ligt het veer klaar voor de tocht en klokslag half vertrekken we richting Aduarderzijl. Langzaam glijdt de boot achteruit over het Winsumerdiep. De ‘maat’ staat op het achterdek om de schipper te informeren over het scheepvaartverkeer net om de bocht op het Reitdiep. De kust is vrij, de boot draait met de neus naar de gewenste richting en ons avontuur kan beginnen. Het dieselmotortje bromt tevreden. De overtocht duurt ongeveer twintig minuten en het is inderdaad volop genieten. De omgeving is prachtig, alles werkt mee om ons een zo aangenaam mogelijke tocht te bezorgen. De lucht is overwegend stralend blauw, de aardappelen staan nog volop in blad waardoor die stukken land er frisgroen bijliggen en ook het aanwezige graan wuift goudgeel in een licht briesje. De oevers zijn dicht begroeid met berenklauw. Misschien een gevaarlijke plant, vooral het sap, maar desondanks prachtig om te zien.
Aduarderzijl met waarhuis (foto: IK)
Veel te snel zijn we aan de andere kant, bij het Aduarderzijl (Gronings: Auwerderziel). Meteen naast de sluis staat het oude waarhuis (waren betekent bewaren, bewaken), waar vroeger de sluiswachter woonde. Het oudste gedeelte dateert uit 1680 en het voorhuis uit 1706. Het waarhuis was vroeger eveneens één van de vier, één op elke vijf huizen!, tapperijen van het gehucht. Schippers moesten hier vaak lange tijd wachten voordat ze door de sluis konden, vandaar dat een tapperij een welkome afleiding bood. Het eigenlijke dorp ligt iets ten zuidwesten van de sluis en het jachthaventje inclusief camping weer iets ten zuiden daarvan.
Aanleggen in Aduarderzijl (foto: RK)
De veerpont legt aan bij de jachthaven. Passagiers kunnen aan deze kant gebruik maken van de rustgelegenheid ter plekke voordat ze hun reis vervolgen. Er kunnen maximaal twaalf mensen mee aan boord en ons is van te voren verteld dat we mogelijk een ronde moeten wachten wanneer er teveel wachtenden op de pier staan. In geval van ‘extreme’ drukte is er zelfs gezorgd voor een ticket machine opdat er geen schermutselingen ontstaan over wie wel of niet mee mag varen. Er wordt niets aan het toeval overgelaten. Gelukkig kunnen we meteen mee terug. Om exact het hele uur draaien we in het Aduarderdiep om onze terugreis te aanvaarden.
Onderweg (foto: IK)
Aduarderzijl ontstond kort na 1285 toen de monniken van het klooster van Aduard het Aduarderdiep lieten graven om een verbinding te maken met het Reitdiep en daarbij een sluis aanlegden. Deze sluis diende onder andere voor de afwatering van gebieden vlakbij de stad Groningen op het Reitdiep, dat tot het eind van de 19e eeuw in open verbinding met de zee stond. Aduarderzijl was door haar positie vroeger van strategisch belang. Ook hier is in de Tachtigjarige Oorlog een schans gebouwd, die kort daarop door de Spanjaarden werd veroverd. In 1672, tijdens de Hollandse Oorlog, beter bekend als het Rampjaar, vormde de sluis een onderdeel van de waterlinie ten noordwesten van Groningen. Bij de aanval van Bommen Berend (bischop van Munster) werden alle 17 zeesluizen open gezet om het hele Reitdiepgebied onder water te zetten, zodat de stad niet vanuit het westen kon worden aangevallen. Een bekend Nederlands gezegde beweert dat ‘het volk redeloos, de regering radeloos en het land reddeloos’ was toentertijd. De huidige stenen sluis werd in 1706 door het waterschap gebouwd en had oorspronkelijk drie deuren: ebdeuren voor het binnenhouden van het water voor de landbouw en scheepvaart bij laagwater, vloeddeuren voor het keren van zeewater bij vloed (werden door de druk dichtgedrukt) en stormdeuren die bij stormvloed werden gesloten ter extra veiligheid.
Eenmaal op het Reitdiep gaat ineens de motor uit. De gemeente had destijds als eis gesteld dat het project ook duurzaam moest zijn. Als de wind niet te hard waait, kan de boot elektrisch verder varen. Zo’n stilte voegt beslist iets toe, je bent je nog meer bewust van de omgeving waarin je vaart. Om het veer nog aantrekkelijker te maken zijn er wandelingen en fietsknopen die de veerpont onderdeel maken van. Het is de moeite van het ontdekken waard.