GOLDEN TREE

Eén van de meest merkwaardige ontdekkingen is wel dat de chocola, tenminste de chocola die hier verkocht wordt op straat, niet schijnt te smelten. Hoe warm het ook is en hoe lang ze er ook mee lopen te leuren, de chocola blijft haar vorm behouden.

Ghana is, op Ivoorkust na, de grootste cacao producent van de wereld. Al in 1879 heeft Tetteh Quarshie van buiten Ghana cacao zaden meegenomen en geprobeerd deze te laten ontkiemen in Accra. Helaas bleek het in Accra zelf te warm, waarop hij zijn geluk beproefde in het iets hoger gelegen Mampong. Mampong is een plaatsje in het Akwapim gebergte, waar de omstandigheden ideaal bleken te zijn voor cacao. Hiermee was de eerste Ghanese ‘cacao boerderij’  een feit.

Met gemengde gevoelens (zou deze eerste plantage nog wel bestaan?) gaan we op stap naar de plaats waar het allemaal begonnen is en waar nog steeds bomen – in elke geval eentje – moet staan uit de begintijd. We worden verwelkomd door Theophilus (just call me Theo), die ons meteen laat plaatsnemen op een wiebelig bankje onder een grote poster van Tetteh himself. We zijn op de juiste plaats!

DSC_3839.jpg

Cacao planten gedijen het best te midden van een wildernis aan andere planten, zoals bananenbomen en papaja’s vanwege hun bladerdak en yam soorten en ander kruipgoed vanwege het ‘beschermen’ van de grond. Het resultaat geeft een wat oerwoudachtig effect. Slechts hier en daar zien we de typische, nog groene, cacao vrucht hangen. We zijn hier niet in het hoogseizoen van de cacao opbrengst.

DSC_3862.jpg

Theo lacht ons bemoedigend toe, hij kan ons altijd genoeg vertellen! Onderweg wijst hij ons op alle kleine bloemetjes en de piepkleine vruchtbeginsels aan de bomen. De opbrengst later dit jaar zal ongetwijfeld een goede zijn! Er blijken op de plantage niet één maar wel twee oorspronkelijke ‘Tetteh bomen’ te staan, uiteraard voorzien van een groot bord ter identificatie. Ik ben haast wat teleurgesteld in de grootte van deze bomen. Na meer dan 100 jaar moet zo’n boom toch wel immens geworden zijn? Theo haast zich te verklaren waarom en laat zien waar de boom is afgestorven en waar hij zich weer heeft hersteld. Bovendien dragen deze bomen nog steeds elk jaar vruchten en zijn alle overige bomen hier op de plantage rechtstreekse afstammelingen van. Een beetje meer respect is dus wel op zijn plaats!

DSC_3853.jpg

Dan ontdekt Theo een rijpe vrucht. Geduldig wacht hij tot de foto- en filmcamera’s weer tot rust zijn gekomen, waarop hij met een snelle vakkundige beweging de gele vrucht naar beneden haalt. De vrucht wordt overlangs geopend en een holte gevuld met witte zaden wordt zichtbaar. Met de waarschuwing ‘don’t chew, just suck’ stoppen wij zo’n wit zaadje in onze mond. Een zoete, beetje weeïge smaak lijkt (nog) helemaal niet op die van chocola!

DSC_3854.jpg

De volgende stap is het fermentatie proces. Dit hele proces gebeurt handmatig en op een zeer primitieve wijze. Als eerste worden de witte zaden tussen bananenbladeren gelegd, waarop ze, geloof ik, een week moeten liggen. Af en toe (vast volgens een systeem) moet er even gehusseld en gedraaid worden, maar verder is het kwestie van de natuur haar gang laten gaan. Het resultaat is een gedroogd, rimpelig bruin vliesje met daarin, jawel, een echt naar pure chocola smakende kern. Volgens Theo super gezond voor lichaam en geest. Hij eet minstens tien van deze ‘cacao pillen’ per dag en voila…… Hij spreidt zijn armen uit, blaast zijn longen op en toont zich al draaiend aan ons als een wandelende reclame voor cacao.

DSC_3857.jpg

Vanuit de plantage wordt de opbrengst naar havenstad Tema gebracht, waar het of verscheept wordt naar Amsterdam voor distributie in Europa of verwerkt wordt in de ‘Golden Tree factory’. Hier claimen ze de uitvinders te zijn van ‘chocolate able to withstand the African sun’. Helaas  mogen we de fabriek niet in voor een rondleiding. Wegens verbouwingen zijn ze hier drie jaar geleden al mee gestopt.  Alles kost tijd!

Onderweg terug kopen we vanuit het autoraam zo’n Ghanese, niet smeltende reep. Chauffeur Seth bedankt beleefd. Lust hij geen chocola of weet hij misschien wat hem te wachten staat………?

DUTCH GIN

Hoe vaak moet je een bepaalde route rijden voordat je echt alle ‘geheimen’ van die weg hebt kunnen ontdekken? Op de zoveelste terugweg van Elmina horen we, tot onze verbazing, dat er zich verschillende jenever brouwerijtjes langs deze weg bevinden. Reken je hierbij in eerste instantie nog op een bezoek aan een ‘echte’ brouwerij compleet met de benodigde machines, dan kom je toch bedrogen uit! Wanneer we aangeven graag zo’n fabriekje te willen bezoeken, draait onze auto onmiddellijk een smal stoffig weggetje in. Een gammele pick-up truck blijkt het stilzwijgende symbool te zijn voor een brouwerij in productie. De baas snelt ons tegemoet. ‘Akwaaba’, de universele begroeting in Ghana, glimlacht hij vriendelijk. Gelukkig spreekt onze chauffeur een mondje ‘Fante’, waarop de rondleiding kan beginnen.

DSC_3783

De pick-up brengt lange stengels suikerriet binnen, die vervolgens handmatig door een soort wringer worden geduwd. De stengels worden geplet en het sap komt vrij. Helaas ligt dit deel van de productie vandaag stil. Er ligt nog teveel ‘pulpsap’ te wachten op verdere verwerking.

DSC_3782

Al pratend en gebarend loopt de man naar grote drums die verderop in de brandende zon staan. Hij trekt een tipje van het afdek plastic omhoog, waarop een enorme walm onze neusgaten binnendringt. Het bruine schuimende drap ziet er niet alleen erg vies uit (er drijven allerlei vreemde onbestendigheden bovenop), het ruikt bovendien naar….. tja naar wat? In elk geval niet naar iets wat je graag zou willen drinken, zelfs niet met de nodige alcohol erin! De baas grijnst meewarig om onze gezichten. Stadjers! Hij ruikt het waarschijnlijk zelf al niet meer. ‘Dit fermentatieproces is belangrijk’, vervolgt hij zijn uitleg, ‘want zonder fermentatie geen alcohol en daarmee geen eindproduct.’ Duidelijk!

De rest van de familie heeft zich ondertussen opgesteld rond het distillatie proces. Vast het belangrijkste onderdeel, want hoe beter het resultaat, des te meer er verkocht zal worden, toch? Terwijl de baas verder gaat met zijn uitleg draaien de grotere kinderen langzaam om ons heen. Hoe vaak zouden hier potentiële blanke klanten (obroni) langskomen?

DSC_3784.jpg

Voor de distillatie is het mengsel uit een van de grote plastic drums overgegoten in eentje van aluminium. Dit geheel staat nu te pruttelen bovenop een klei-oventje. Een geweldige constructie van transportpijpen, ontluchtingsventielen, afdekmaterialen en een heus koelvat resulteren uiteindelijk in een gestage drup aan de andere kant van het stenen vat. Een heldere, op het oog zuivere, druppel valt in een trechter rustend in de hals van een kleine fles. De baas kijkt trots om zich heen. Dit is een helder product! Misschien willen wij ook even proeven? We lijken of kijken kennelijk nog niet erg overtuigd van de kwaliteit en zo wil hij ons niet laten gaan. Goede reclame gaat van mond tot mond!

DSC_3788.jpg

Vooruit, de hoeveelheid alcohol in deze drank moet ons toch zeker kunnen beschermen tegen evt. ziektekiemen? Enkele momenten later komt de man, breed lachend en met een roestig blikje tot de rand toe gevuld met pure drank, terug. ‘Double distillation’, roept hij al van verre. Is het daarmee extra lekker, extra zuiver, extra sterk of juist minder van smaak? Zulke vragen laten zich kennelijk niet vertalen, want een antwoord blijft uit.

Alle aandacht van de omstanders ligt op dit moment bij de proefceremonie, een gebeurtenis voorzien van een eigen ‘charme’. Een korte discussie tussen baas en chauffeur doen de baas besluiten om zelf een vlotte demonstratie te geven. Hij doopt zijn wijsvinger in de drank, trekt deze vinger langzaam door het vocht en brengt dezelfde vinger vervolgens vliegensvlug naar zijn mond. Hierop knikt hij ons gelukzalig toe alsof hij wil zeggen dat dit een niet te missen ervaring is. Natuurlijk kunnen we nu niet meer achterblijven. ‘Het lijkt inderdaad wel jenever’, roepen we verrast naar elkaar. ‘Yes, yes, Dutch Gin, very good and only five cedis per bottle’, is de enthousiaste reactie. Hij is blij met onze centen, maar begrijpt totaal niet waarom wij de fles drank zelf niet mee willen nemen. Zeg nou zelf waar koop je vandaag de dag nog een fles jenever voor iets meer dan twee euro?

PRESIDENT

Kwame Nkrumah is een naam die je nog steeds vaak hoort in Ghana. Als eerste president van het land wordt hij gezien als het symbool van onafhankelijkheid. Midden in Accra is een speciaal museum aan zijn leven gewijd met daar vlakbij een groot standbeeld precies op de plek waar hij in 1957 zijn ‘independence speech’ moet hebben gehouden. Kaarsrecht met de rechterhand uitgestrekt naar voren staat hij hier symbool voor zijn eigen uitspraak: ‘always forward, never look backwards’.

200901 Tjerk Greet Ghana103.jpg

Nkrumah is echter geboren in een klein plaatsje in het westen van Ghana, Nkroful. Hier, in de buurt van Axim, kwam jij in 1909 ter wereld als zoon van een goudsmid. Hier heeft hij zijn eerste jeugdjaren doorgebracht en hier is hij na zijn dood in 1972 in eerste instantie ook begraven. Tijdelijk, want zijn lichaam schijnt later bijgezet te zijn in het grote mausoleum (bij zijn standbeeld) in Accra. Nkroful ligt praktisch op onze route en aangezien we all bijzonderheden over Nkrumah hebben bekeken, ervaren en meegemaakt in Accra zelf, trekt ons dit uitstapje naar de plaats waar het allemaal begonnen is, zeker aan.

CIMG2957.jpg

Bij het monument (de toiletten worden hier van harte aanbevolen) neemt onze gids, Raymond Boateng, de touwtjes in handen. Hij laat ons zien waar Kwame met zijn moeder heeft gewoond. Vader komt in het verhaal niet voor. Helaas is het originele bouwwerk totaal vernietigd in de tijd van de coup, het moment dat Kwame werd afgezet. Hoewel er moeite is gedaan m een goed beeld te geven van de tijden van weleer, laten zowel het geld als de verbeelding duidelijk verstek gaan. Raymond trekt zich hier niets van aan. Dit terrein is van zijn grote held en hij doet alle mogelijke moeite om ons door de karige facade heen te laten kijken. Daartoe worden we meegenomen naar de rivier de Subre op loopafstand van Kwame’s ouderlijk huis. ‘Het water in de rivier heeft bijzondere krachten’, vertelt Raymond gepassioneerd. ‘Vroeger stond de rivierbedding n.l. droog, hetgeen een ramp was voor de directe omgeving. Op het moment dat Nkrumah zijn wandelstok met kracht en overtuiging op de gebarsten bodem wierp, spleet de grond open en is de rivier nooit meer droog gevallen.’ Om ons heen springen de kinderen van het dorp luid plonzend in het water. Gillend van plezier proberen ze onze aandacht te vangen, maar Raymond is nog niet bereid zijn moment te laten verstoren. ‘Ja’, vervolgt hij geheimzinnig, ‘het is zelfs zo dat elke nieuwe president zich hier laat dopen. For good luck!’ Hij buigt zijn hoofd voorover boven het water, schept een hand vol rivierwater op en laat het vervolgens langzaam over zijn hoofd stromen. ‘Haha’, lacht hij triomfantelijk, ‘mark my words, ziehier de toekomstige president van Ghana!’

DSC_3724.jpg

Onze chauffeur begint steeds bedenkelijker te kijken, is hij misschien geen Nkrumah fan? Onderweg terug naar het monument informeert hij eens naar de uitbreiding van de rivier richting zee. Is er even geleden geen extra kanaaltje aangelegd juist om deze rivier van water te blijven voorzien? Raymond wuift nonchalant met zijn hand. Ja, je kunt nu wel voor alles een rationele verklaring bedenken, maar waar blijven dan het geloof, de charme, de ongekende mogelijkheden?

DSC_3725.jpg

Raymond gaat ongestoord verder met zijn opzienbaarlijke verhalen. Op de exacte plaats van het monument, wat wel wat lijkt op de Olympische vlam, is Nkrumah geboren. Zijn moeder was druk bezig met koken in het schuurtje links, voelde de weeën opkomen en probeerde nog snel haar eigen bed te bereiken in het huisje rechts. Halverwege heeft de geboorte plaatsgevonden, gewoon op de keien in de brandende zon. Nog een wonder dat het allemaal goed gegaan is! De vlam staat symbool voor Nkrumah’s laatste speech, net voor zijn dood, waarin hij o.a. zegt: ‘death can never  extinguish the torch I have lit in Ghana. Long after I’m dead the light will continue to burn giving light and guidance to all people.’ Misschien niet aan allemaal, maar zeker wel aan Raymond Boateng, voor wie de geest van Kwame Nkrumah op deze plek nog zo duidelijk voelbaar is!

DORP OP STELTEN

Nzulezo is een dorp met een bijzondere reputatie. Gelegen in het zuid-westen van Ghana, dicht tegen de grens met Ivoorkust, ligt dit dorp haast afgesloten van de buitenwereld. De lange zandweg naar het laatste dorp nog per auto bereikbaar, is slecht begaanbaar. Bovendien kunnen we hier vandaag vanwege de droogte niet ter plekke in de kano stappen. Dit maakt de tocht, althans voor ons!, alleen maar avontuurlijker.

CIMG2937.jpg

Over lange smalle planken lopen we nu boven een zeer uitgestrekt grasachtig landschap. Onvoorstelbaar dat dit allemaal onder water staat gedurende het regenseizoen. Aan het eind van de ‘bruggen’ komt de ‘verzamelplaats’ van alle kano’s in zicht. Zo’n haventje is nodig, want Nzulezo is alleen bereikbaar per boot. Dit betekent voor de vrouwen dat ze boodschappen moeten doen per boot, voor de (oudere) kinderen dat ze naar school gaan per boot en voor de mannen dat ze naar hun werk reizen per boot, tenminste als ze niet in het dorp zelf werkzaam zijn. Zwaar werk, want gemotoriseerd verkeer is (nog) niet aanwezig.

DSC_3710.jpg

Onze roeiers, twee flink gespierde mannen, lopen voor ons uit het water in. Oei, we hebben geen andere keuze dan hen te volgen, maar gedachten aan ‘bilharzia’ flitsen wel even door mijn hoofd. Het water is warm en de grond slijmerig zacht onder onze voeten. Al wadend mogen we tenslotte één voor één plaatsnemen op de aangewezen plekken in de smalle kano. Gelukkig dat er geen golven staan in dit natuurgebied, want elke kleine beweging of slingering van ons doet het water over de rand van ons, nu wel zeer diep gelegen, bootje gulpen. We blijven muisstil zitten, terwijl de roeiers vaart maken en onze chauffeur met een plastic schepje de ergste waterpartijen in onze boot probeert weg te werken.

DSC_3713.jpg

De tocht naar het dorp voert ons door smalle kanaaltjes in ‘ruig’ natuurgebied, langs visgronden, waar primitieve visfuiken goede opbrengsten binnenhalen en over een groot meer waar de stilte en uitgestrektheid je nietig doen voelen.

DSC_3717.jpg

Drie kwartier later klimmen we stijfjes omhoog langs een houten ladder, waarmee we ‘voet aan wal’ zetten in een toeristendorp bij uitstek. Op sommige dagen schijnen hier wel meer dan 400 toeristen tegelijk te vertoeven, hetgeen verklaart waarom de mensen totaal niet geïnteresseerd zijn in ons als ‘gasten’. Het dorp bestaat uit een lange hoofdstraat waaraan drie schooltje staan (niet meer dan een lokaaltje elk), een kerk, wat winkeltjes en een paar gemeenschappelijke ruimtes. Alle zijstraatjes zijn bedoeld voor één hele familie. Aan de ene kant van zo’n straatje bevindt zich vaak de familiekeuken, aan de andere kant (je straat wordt onderbroken door de hoofdstraat) ligt je kano vastgebonden. Je moet wel een beetje lenig zijn, want hier zijn geen glooiende trapjes. Je klautert gewoon recht naar beneden langs de palen waarop de huizen rusten.

DSC_3722.jpg

Als je geïnteresseerd bent in de geschiedenis van het dorp word je geacht een fles jenever  aan het dorpshoofd aan te bieden. We zijn zeker belangstellend, maar hebben uiteraard geen fles sterke drank op zak. Betaling van het equivalent (zeven cedis)  blijkt echter een uitstekend compromis. Verwachtingsvol nemen we plaats. Wat volgt is een geweldig verhaal over oorlog, vluchten, geestverschijningen en tenslotte de splitsing van het water in het meer opdat de ‘goede’ mensen door het meer naar de overkant konden vluchten, terwijl de vijand door het water werd verzwolgen. Klinkt het al bekend?

DSC_3719.jpg

Het onderhoud eindigt met de vraag voor een donatie voor de lagere school. Om het allemaal wat makkelijker te maken is het bedrag alvast voor mij ingevuld……. Samen met de entreeprijs, de kanotocht en de jeneverdonatie zijn we tenslotte een kleine 15 euro de man kwijt. Niet gek voor een toch wel heel speciaal dagje, maar natuurlijk buiten proporties gezien de leefomstandigheden hier. Ze komen er wel, die Nzulezo-ers!

FLYING LADY

Sinds een klein jaar ben ik weer bezig met het leren golfen. In Indonesië had ik al eens pogingen gedaan, maar ik bleek het toch niet helemaal goed geleerd te hebben of, ook zeer waarschijnlijk, ik heb (later) mijn eigen draai aan de geleerde slag gegeven. Hoe het ook zij, golfleraar Michael vindt dat het nu net een beetje anders moet. Altijd een lastig uitgangspunt!

CIMG2842.jpg

Samen met golfmaatje Cune heb ik ondertussen de, voor mijn gevoel, eindeloze sessie op de driving range achter me gelaten. Tegenwoordig lopen we regelmatig negen holes. Nog geen 18, want als ‘drukke dames’ kost ons dat (nog) teveel tijd. Gestaag maken we vorderingen, maar helaas gaat het van tijd tot tijd toch nog dermate slecht dat Michael’s hulp moet worden ingeroepen voor een ‘herstel en aandacht’ lesje. Ook onze caddies raken ondertussen meer en meer ingespeeld op onze fratsen en fouten en proberen steeds weer een geweldige helpende hand te bieden door met verve te anticiperen op mogelijke faux-pas’. Ideaal zo’n vaste caddy!

CIMG2841.jpg

Vandaag gaan we naar de Achimota Golfcourse, een belevenis op zich. Gelegen in de buitenwijken van Accra liggen de redelijk groene golfvelden temidden van majestueuze palmen, prachtig bloeiende ‘flame trees’ en huizenhoge reclame billboards, terwijl je net achter de huizen de auto’s langs hoort en ziet razen. Vele termieten hebben hier, door de jaren heen, hun werkelijk gigantische bouwwerken langs de bomen ‘gemetseld’ en diverse gieren lijken delen van het terrein als hun thuisbasis te beschouwen. Een prachtig scenario, toch?

Hole 1 is een korte. Afslaan met een ijzeren 5 gaat vandaag fantastisch. Met maar een kleine afwijking naar rechts beland ik keurig gepositioneerd opzij van de ‘green’, die er vandaag inderdaad zelfs redelijk groen uitziet. Bewonderende kreten klinken rondom, mijn eigen pers crew (schoonouders) flitsen en filmen er lustig op los, alsof het hier een toernooi van wereldklasse betreft………..

DSC_3607.jpg

De volgende hole, nr 15 (we gaan razendsnel :)), levert meer problemen op. Op de een of andere manier oefent de ‘rough’ op rechts een enorme aantrekkingskracht op mij uit. Hiermee loop ik weliswaar vlak langs de grootste ‘flame tree’ op de baan, maar moet ik tegelijkertijd ook alle muggen en vliegen ‘bevechten’. Zou ik nu al gestrest raken door alle ‘media’ aandacht?

Over hole 16 hoor je mij niet klagen, maar vanaf hole 17 lijken mijn clubs er eigen gedachten op na te houden. Welke mysterieuze krachten spelen hier een rol? De gieren rond de waterpartij van deze hole zijn zo gewend aan rondvliegende ballen dat ze echt door de caddies weggejaagd moeten worden. Het voelt beslist minder prettig als er een gier naast je op en neer staat te hippen, terwijl je je aan het voorbereiden bent op een mooie golfslag. Maar hoe ik ook sta, hoe ik ook richt en hoe ik de bal ook raak, uiteindelijk vliegt mijn geslagen bal geheid uit de ‘baan’ om vervolgens met grote snelheid (dat wel) een stam of een tak te raken. Uiteraard is dit niet bevordelijk voor de richting en al helemaal niet voor de score!

CIMG2834

Tenslotte komen we aan bij de laatste hole. Tijd voor een beetje eerherstel? Mijn caddy, David, legt zorgvuldig een nieuwe bal, een ‘flying lady’, op een extra hoge tee. Opperste concentratie alom. Ik dwing mezelf om niet teveel na te denken (dan gaat het immers altijd mis), breng mezelf in gereedheid en…………sla zowaar de beste slag van deze hele sessie. OK, nog steeds niet perfect, maar om met trainer Michael te spreken: ‘this looks more like a real golf shot’. Over deze ‘flying lady’ is het laatste woord dus nog niet gezegd!