‘Ingeklemd tussen de Groninger klei en het Drentse zand ligt een 2500 ha groot laagveengebied, waar zich, van oudsher, het water uit de Drentse beken verzamelde voordat het via de Lauwers en het Reitdiep doorstroomde naar de Waddenzee.’ Vroeger was dit gebied één groot veenmoeras, ongeschikt voor landbouw en ook verder onbegaanbaar voor de mens; een echt ‘Onland’, hetgeen zoveel betekent als ‘onbruikbaar woest land, met name moerasland’.
Volgens de geschiedenis van dit gebied werd er pas in de Middeleeuwen begonnen met pogingen tot ontwateren. Het waterpeil zakte langzaam en daardoor kon het gebied beetje bij beetje in gebruik worden genomen. Vooral ’s zomers want tot halverwege de vorige eeuw stond het gebied ’s winters nog helemaal blank en stroomde het water over de weg tussen Peize en Groningen. Vandaag de dag een bijna onvoorstelbaar aspect. Het terrein werd in die tijd eigenlijk volledig gebruikt als weidegebied en werd gekenmerkt door kleinschalige, natte graslanden met vele weidevogels en ganzen. Het hele laagveengebied viel onder de EHS (ecologische hoofdstructuur: een samenhangend netwerk van bestaande en toekomstige natuurgebieden dat wordt vormgegeven in het natuurbeleid van een bepaald land of een regio), maar grote stukken van het gebied waren nog bij boeren in eigendom. De weke grond maakte bewerking met machines echter vaak lastig. Het natuurbeheer was daardoor gericht op verschraling door beweiding, maaien en stoppen met bemesten. Rond het Leekstermeer liepen ’s zomers schapen en paarden te grazen. In de Peizermaden (wist je trouwens dat ‘made’ een ander woord is voor weiland?) waren vooral Limousine koeien te vinden. Slechts aan het eind van de zomer werden grote delen van het gebied gemaaid. Door het toegepaste beheer waren in de loop der jaren veel weiden ‘verruigd’ met hoge grassen. Dit gaf het gebied een rommelige en verwaarloosde aanblik. Daarom werd er in 2008 besloten om het veenweidegebied terug te geven aan de natuur. De Drentse beken stromen er nu weer doorheen en er kan zich opnieuw een moeras ontwikkelen met natuurlijk wisselende waterstanden. In 2009 kreeg het gebied officieel de naam ‘De Onlanden’ en eind 2012 waren de werkzaamheden min of meer afgerond.
Eigenlijk wordt het gebied per jaar mooier en ‘natuurlijker’. De eigen website bejubelt de herinrichting en is zeker hoopvol voor de toekomst wat blijkt uit het volgende: ‘het beleid heeft een mooier, groter, gevarieerder en ruiger natuurgebied opgeleverd, waarin de otter het gebied inmiddels definitief heeft herontdekt. In oktober 2016 verschenen er zelfs drie jonge baby-otters voor de wildcamera.’ Ze hopen dat ook de bever hier, in de toekomst, een nieuw thuis zal vinden.
Vanaf de weg is het al een intrigerend landschap, hoe zal het dan zijn op de fiets? Na bijna vijf jaar niet meer gefietst te hebben is het moment van herontdekken aangebroken. Een proefritje van zes kilometer eerder in de week in combinatie met het schitterende weer nodigen uit tot een grotere reikwijdte. We starten midden in Peize en rijden via de Brusselse weg De Onlanden binnen. Mooi dat het gebied slechts op bepaalde plaatsen toegankelijk is voor auto’s, waardoor het een eldorado is voor de fietsende en de lopende mens. Die zijn vandaag dan ook volop aanwezig! Het schijnt dat enkele wegen in het Onlandergebied er al honderden jaren liggen, zoals de Drentse Dijk en de Roderwolderdijk; één van de oudste, nog bestaande zandwegen in Drenthe. Ik geloof niet dat wij hierover gereden hebben, maar wat weet ik ervan ……… ik heb me voornamelijk geconcentreerd op mijn nieuwe omgeving, mijn verruimde horizon en mijn nieuwe mogelijkheden. Er gaat hier letterlijk weer een hele nieuwe wereld open.
Overal hoor je vogels, bloeien kleurige bloemen overdadig, ruisen de hoge grassen zachtjes in de wind en zien we royale waterpartijen. Het fietsen bevalt zo goed dat we er, na Eelderwolde, nog een lusje aan vast willen plakken. Via de ‘hoogzit’, een uitkijktoren bij Eelderwolde in de buurt, keren we terug naar de hoofdweg om weer richting Groningen te gaan, waar we in Peizermade de weg oversteken om aan de andere kant terug te peddelen naar huis.
Ik geloof dat ik de oostkant (de heenreis kant) van het gebied haast mooier vind dan de westkant. Gevarieerder, uitbundiger, maar het kan ook zijn dat ik de westkant nog onvoldoende heb doorkruist :). Hoe dan ook, dit gebied is nog volop in ontwikkeling en vraagt gewoon om meerdere expedities. Na deze vuurdoop van 33 km ben ik er wel klaar voor!
goed verhaal, leuk om de achtergronden te lezen en geweldig goed van je Ien, De toekomst op de fiets ligt voor je.
xx.
Monique
LikeLike