De aanleiding is een ‘farmers day’ voor de koffieboeren uit de omgeving, maar omdat het, voor mij, een nieuw gebied is, knopen we er een ontdekkingsweekend (haha) aan vast. Om alvast in de stemming te komen, probeer ik mij ‘in te lezen’, terwijl Riepko tegelijkertijd zijn voelhorens uitsteekt bij zijn assistente. Zij komt tenslotte uit deze regio en kan ons vast meer vertellen over de ‘do’s and don’t’s? Volgens haar is ‘haar’ provincie, evenals de gelijknamige hoofdstad, een gebied waar je weinig toeristen tegenkomt. Het is weliswaar de ‘gateway’ naar het zuiden, maar de meeste toeristen komen hier slechts om meteen door te reizen naar bekende eilanden als Koh Tao en Koh Samui. In een ver verleden heeft Chumphon wel wat populariteit gekend. De trein vanuit Bangkok naar het verre zuiden ging niet verder dan Chumphon, waar de reizigers dan moesten overstappen hetgeen meestal een overnachting betekende. Restanten van deze vroegere gloriedagen zijn nog steeds te zien, maar het is door de jaren heen wel een erg vergane glorie geworden. Mijn zoektocht op het internet en in de boekjes levert reacties op als ‘saai’ en ‘niets te doen’. Dat belooft wat! Gelukkig vind ik nog wel een site waarop de beste (top tien!) bezienswaardigheden staan vermeld en daarmee is een eerste plan gemaakt.
Riepko’s assistente komt tenslotte nog met een heel programma voor ons over de brug, waarop zowel haar eigen aanbevelingen staan, als een plan B, mochten we wat anders willen. Schitterend! Ze heeft er zelfs aan gedacht om de contactgegevens van een engels sprekende chauffeur te noteren, want taxi’s zijn er praktisch niet in deze omgeving en de hoogtepunten liggen wijd verspreid in en rondom de hoofdstad. De pret kan beginnen!
De top bezienswaardigheid in Chumphon is het ‘Krom Luang Chumphon Khet Udomsak Royal Palace’, een hele mondvol. Het is het heiligdom van de prins van Chumphon, die in 1923 op zee overleden is. Deze prins, een zoon van koning Rama V, is de oprichter van de Thaise Koninklijke Marine. Dit heiligdom is uitgegroeid tot een toeristische plek, vooral voor de Thai, maar vooral ook tot een plaats van aanbidding en het betonen van respect.
Aangezien de attracties hier niet voor het oprapen liggen, proberen we de plaatsen die we gaan bekijken zo aantrekkelijker mogelijk voor onszelf te maken door elkaar vooraf een uitdaging te geven op fotogebied. Het moet ons leren kijken met een ‘creatief oog’ (haha). Riepko moet vooral het maritieme aspect vastleggen en ik moet mijn aandacht vestigen op details, die op zichzelf kunnen staan. Wanneer we bij tempel aankomen schieten we in de lach. Met dat maritieme gevoel zit het wel goed. We zien een enorme boot op het droge, een lange mast vlak voor de tempel, reddingsboeien en een anker. Riepko’s uitdaging is gewoon te makkelijk! Het is druk bij de tempel. Om ons heen klinken geweerschoten en knallen de rotjes. Allemaal als eerbetoon aan Krom Luang. Het lawaai is oorverdovend en komt telkens weer onverwachts, waardoor er van rustig rondlopen eigenlijk geen sprake is. Wij zijn echter op een missie en bestuderen de tempel, de stalletjes langs de weg en het uitzicht op het Sai-ree strand en de zee minutieus. Het levert het gewenste resultaat op.
Vol zelfvertrouwen rijden we door naar onze volgende stop. Het ‘Khao Matsee Viewpoint’ is een bijna 360 graden uitzicht over de zee, de bergen en waarschijnlijk Myanmar in de verte. Ook hier is het druk. Veel Thai die in allerlei poses selfies maken op de meest uitgelezen plekjes. Het is lastig om zelf een foto te maken zonder armen en benen die je eigenlijk niet wil zien. Jammer dat ze niet veel gemaakt hebben van het cafeetje op dit mooie plekje. In een poging een zekere harmonie te creëren met de omgeving hebben ze een (kunst) grasmat op de grond gelegd met een onnatuurlijk groene tint, waarop hanen en katten pikken en krabben alsof er echt wat te halen valt. Temidden van deze beestenboel schuiven wij aan een wiebelig tafeltje voor een verder heerlijk kopje thee in combinatie met bananenchips. Het lijkt wel vakantie :).
Volgens khun Am (Riepko’s assistente) is het een topper om te eten bij At Luy. Een restaurantje aan het strand, aanbevolen door de ‘locals’, dus dat moet goed zijn, toch?Het voldoet niet helemaal aan onze verwachtingen……… Kale tafels met grote TL buizen die geen vlek of andere onvolkomenheid onverlicht laten, is de lokale definitie van gezelligheid. Het menu is compleet in het Thais, maar gelukkig kunnen we ons behelpen met de plaatjes. Alle gekheid op een stokje, het eten, geserveerd op plastic bordjes, smaakt verrukkelijk. Het gaat hier duidelijk niet om de ambiance, maar om lekker eten voor weinig geld en daarmee zijn we hier absoluut aan het juiste adres.
De volgende ochtend regent het pijpenstelen. Daar gaat ons plan om naar het nationale park te gaan. Dan toch maar naar het ‘national museum’? ‘Oh nee, dat is dicht’, waarschuwt de receptionist van ons hotel. Eigenwijs als wij zijn, gaan we het desondanks proberen. We hebben tenslotte weinig andere keuzemogelijkheden die ons droog zullen houden. Laat het museum nu open zijn! Ze zijn echter helemaal niet voorbereid op bezoekers. De kaartjes verkoopster duikt nerveus onder de toonbank. Die (dure) kaartjes voor buitenlanders zijn er toch nog wel? Ondertussen hebben de andere dames de tijd om snel alle lichten aan te doen, zodat we ook echt wat kunnen zien straks. Het toppunt is echter dat we onze schoenen uit moeten trekken, alsof we een tempel betreden. Even later lopen we dus op sokken langs de vitrines, terwijl de dames ons inlichten over de gebeurtenissen en de geschiedenis van Chumphon. Het gebied blijkt een rijk verleden te hebben en veel is bewaard gebleven. We zien zelfs aardewerk uit de tijd van de Nederlandse koopvaardij. Zowaar, wij gebruiken thuis een museumstuk als dekschaal :).
Na het museum (onverwachts leuk) is het tijd voor een kopje koffie bij ‘het Cera Café op Highway 1007 met zijn unieke gezicht op het weidse land met vogels en waterbuffels’. Dit is een plezierige verrassing. Inderdaad meteen aan de snelweg, maar afgeschermd met een dikke haag om zowel zicht als geluid te weren, is het een knus cafe wat voornamelijk gerund wordt door islamistische vrouwen. Genietend van thee met zalig huisgemaakt gebak proberen wij de rest van de middag een invulling te geven.
Onze chauffeur weet nog een plek. Even buiten de stad bevinden zich grotten waarin veel boeddha’s geplaatst zijn. Is dat wat voor ons? Wij zijn overal voor in! Geen idee meer hoe het grottencomplex heet, maar het is beslist de moeite waard. Totaal verlaten, al komen we op de terugweg een monnik tegen die kennelijk zijn dagelijkse boodschappen heeft gedaan, klimmen we een lange trap omhoog naar donkere grotten, waar inderdaad talrijke boeddha’s staan opgesteld. In allerlei poses, in allerlei formaten en in allerlei combinaties. We kunnen echter alleen de voorste grotten bezichtigen, want alle lampen verderop zijn uit en, zoals gezegd, het terrein lijkt compleet verlaten. Bijzonder is het wel en je vraagt je af wat het verhaal is wat hierbij hoort. Er is niemand die het ons kan vertellen…….mysterieus.
We hebben nog tijd voor een laatste uitkijkpunt vlakbij het vliegveld. Hier ligt een roofvogel centrum in wording. Hoog in de bergen, alleen Riepko durft de klim aan, zitten vogelaars om roofvogels te fotograferen en te identificeren. In het centrum beneden hangen een paar foto’s, maar het moet verder nog ontwikkeld worden, denk ik?
Al met al was dit weekend een ontdekking. Volgende keer een trip naar de koffie?