Wanneer je op zoek gaat naar de bezienswaardigheden van Kaapstad en het Kaaps schiereiland kom je terecht bij een top tien (of een top zestien) met stuk voor stuk ‘aantreklikhede’. Naast de bekende Tafelberg en het Waterfront valt er dus nog heel wat interessants te ontdekken. Met het oog op de beschikbare tijd en onze verschillende logeeradresjes komen we uit op een heel divers lijstje met daarop Chapman’s Peak Drive voor de mooiste uitzichten, Boulders Beach inclusief de Afrikaanse pinguïns in Simon’s Town, Cape Point als meest zuidelijke puntje en de botanische tuinen van Kirstenbosch. Of we dit allemaal gaan redden?
We starten onze ontdekkingstocht vanuit Hout Bay, zo’n 20 kilometer ten zuiden van Kaapstad. De naam Houtbaai (baai met hout) is ooit gegeven door Jan van Riebeeck. In de begintijd van de VOC (1652) was er een grote behoefte aan hout voor het bouwen van schepen, de constructie van huizen en vele andere zaken. In de directe omgeving was geen hout beschikbaar (te weinig regen), maar aan de andere kant van een lage pas (Constantia Nek) bleek er juist hout in overvloed aanwezig te zijn. In zijn journaal vermeldt van Riebeeck: ‘de bossen zijn hier de beste van de wereld, met hout zo lang, dik en recht als men zich maar kan wensen.’ Tegenwoordig is er nog steeds bos, maar Houtbaai is vandaag de dag vooral aantrekkelijk vanwege haar beschutte ligging met bergen rondom en haar ‘uitgestrekte witte stranden en de azuurblauwe Atlantische Oceaan aan haar voeten.’ Het startpunt van ‘toeristische trekpleister nummer 1’ (:-D) begint eveneens in Houtbaai; de Chapman’s Peak route, die ook wel bekend staat als de mooiste negen kilometers van Zuid-Afrika en ‘a must’ voor elke fotograaf. Dat mogen wij dus niet missen! Rijdend over deze weg, met maar liefst 114 bochten, word je elke keer weer verrast door het landschap. Aan de ene kant de ongenaakbare bergen, aan de andere kant de blauwe oceaan die zo’n 600 meter lager ligt. Het is inderdaad volop genieten!
We vervolgen onze tocht naar Simon’s Town, een klein stadje aan de oostkant van het schiereiland met uitzicht op de False Bay. Het plaatsje werd oorspronkelijk Simon’s Vlek genoemd, naar Simon van der Stel, de Nederlandse gouverneur van de Kaapse Kolonie tussen 1677 en 1699. Van der Stel vond de locatie ideaal voor een haven, vooral voor schepen die tijdens de wintermaanden wilden binnenlopen of een tijdelijke verblijfplaats zochten. De meeste toeristen komen vooral naar Simon’s Town voor Boulders Beach, waar duizenden Afrikaanse pinguïns (ook wel Jackass pinguïns genoemd) samen leven. Over houten vlonders loop je dwars door hun leefgebied en kun je de dieren van heel dichtbij observeren, bestuderen en fotograferen. Een fantastisch gezicht. Er schijnen zo’n 3000 pinguïns te zijn, maar ze leven ook buiten het beschermde gebied en komen daardoor ook ‘gewoon’ op de stranden voor. Een advies is om daar ‘lekker met ze mee te waggelen de zee in om tussen hen in te zwemmen. Dat is immers weer eens wat anders dan rijden op een struisvogel of racen met een boot achter de nijlpaarden aan of ‘gamedriven’ met een landrover.’ Bestond de dag maar uit meer dan 24 uur ………
Door naar Cape Point oftewel Kaappunt, de zuidoostelijke punt van het Kaapse Schiereiland. Bartolomeu Dias (Portugees zeevaarder die als eerste Europeaan Kaap de Goede Hoop rondde) noemde deze punt ‘Cape of Storms’(1488); de ‘Punt’ werd met respect benaderd door veel daaropvolgende generaties zeelui. Overdag was het oriëntatiepunt voor navigatie, ’s nachts en met mist was het een dreiging geteisterd door wilde stormen en gevaarlijke rotsen, waardoor en waarop vele schepen zijn vergaan. De Vliegende Hollander, een spookschip met gescheurde zeilen en een gebroken mast, dat gedoemd was tot het einde der tijden voor Cape Point te blijven varen, heeft Wagner zelfs geïnspireerd tot het schrijven van een opera.
Wij gaan met de funiculaire naar boven om een goede indruk te krijgen van dit bekende stukje waar de wereld lijkt te eindigen. Hierboven en rond de vuurtoren in het bijzonder heb je een geweldig uitzicht over de steile rotswanden waar de oceaan stevig op ‘wanden van dit continent’ beukt. Ook nu roept het een uitroep van ontzag op en dan zijn wij er bij zeer gunstige omstandigheden: midden overdag met stralend en vooral rustig weer!
Vlot door naar alweer een volgend hoogtepunt. We spreken hier alleen maar in superlatieven, ‘dit ’n oortref die ander’.
De Kirstenbosch Botanical Gardens werden in 1913 aangelegd om alle Zuid-Afrikaanse flora en fauna te beschermen en aan een ieder te tonen. In de tuinen zijn meer dan vijfduizend plantensoorten bijeen gebracht. Al met al geeft ons boekje wel tien redenen om de tuinen te bezoeken, waarvan er in elk geval vier voor ons van toepassing zijn. Zo gaan we ‘net loop’ (gewoon wandelen), er is tenslotte een heleboel te zien en te bewonderen op 528 hectare grond. Een deel van de bittere amandelhaag, die Jan van Riebeeck liet aanplanten om de Kaapkolonie te beschermen tegen aanvallen van de Bosjesmannen, staat er nog steeds.
In de tuinen zijn verschillende kunstwerken te vinden (‘galery in die buitelug’); prachtige Afrikaanse beelden uit Zimbabwe die ons heel herkenbaar voorkomen.
We gaan ook ‘zwengelen’ over de Canopy Walk, een 130 meter lange loopbrug die in 2013 gebouwd werd om het 100-jarige bestaan van de tuinen te vieren. Deze ‘boomslang’ van staal en hout slingert zich door de bomen en hun kruinen naar een hoogte van twaalf meter. Zeker de moeite waard.
Tenslotte strijken we neer op het terras van Moyo (‘eet by Moyo’) voor de broodnodige rust en het hervinden van onze energie, want het is warm, extreem warm voor de tijd van het jaar, zo wordt ons verzekerd. Een heerlijke ‘virgin mojito’ of een ‘mosquito’ zoals ze dat hier noemen, doet precies dat! Terwijl we in de verte de eerste klanken horen van het bijna laatste openluchtconcert in de tuinen, genieten wij van zowel de drukte, als de wijdsheid, de natuur en de veelzijdigheid van onze omgeving. De aanbeveling ‘fynste plek om te geniet’ is dubbel en dwars verdiend. Doen!
Leuk!
LikeLike
Prachtig.
LikeLike