‘Toeristen weten niet waar ze zijn geweest, reizigers weten niet waar ze naartoe gaan.’ Met dit citaat van Paul Theroux in gedachten stappen we vanochtend in de auto die we voor de hele dag hebben gehuurd. Als echte reizigers willen we op expeditie.
Helaas voor ons is het beroemde Talay Bua Dang (rode lotusbloemen meer), vlakbij Udon Thani, voorbij haar hoogtepunt. De vele lotussen zijn allemaal uitgebloeid en dan is deze topper eigenlijk niets meer of minder dan ‘gewoon een simpel meer’ en zeker niet de moeite van het bezoeken waard, zo wordt ons van diverse kanten verzekerd. Goed, maar wat dan, de stad zelf hebben we voldoende bekeken. Nu is Udon Thani slechts één van de grote steden in de Isaan regio, de andere drie steden behorende tot ‘de grote vier’ zijn Khon Kaen, Khorat en Ubon Ratchathani, maar….. Isaan is zo groot als Duitsland en de afstanden navenant.
Deze provincie beslaat ongeveer een derde van Thailand. Hier zijn geen specifieke of kenmerkende toeristische hoogtepunten, zoals stranden, palmbomen of tropisch regenwoud, te vinden. De landbouw is bijna de enige bron van inkomsten. De bodem is echter arm aan mineralen en de zandgronden nemen niet veel water op, waardoor er slechts één rijstoogst per jaar mogelijk is (in tegenstelling tot midden Thailand). Arm en onaantrekkelijk? Wat je wel vindt in Isaan zijn, zoals ze dat zo mooi zeggen, ‘sporen van een bewogen verleden’. Jammer voor ons liggen deze ‘getuigen’ eveneens wijd verspreid.
Dan horen we over het ‘Phu Phrabat Historical Park’ in Ban Phue, een uurtje rijden van Udon Thani. Bizarre rotsformaties, die willekeurig door reuzen lijken te zijn neergelegd, waarbij sommigen dusdanig op elkaar gestapeld zijn dat ze de zwaartekracht trotseren. De geologische oorsprong wordt geschat op vijftien miljoen jaar geleden toen dit hele gebied nog onder de zeespiegel lag en werd geërodeerd door de kracht van het water. Niemand kent de geschiedenis van dit park precies, maar één ding is zeker, zo’n park is niet compleet zonder een legende.
De betreffende legende gaat over een koning, zijn dochter en een prins. Er was eens……heel lang geleden….. een koningspaar dat dolgraag een kind wilde hebben, wat helaas niet bleek te lukken. Tijdens deze periode werd er een meisje geboren in een lotusbloem op een afgelegen plek in de bergen, waar ze gevonden werd door een oude wijze vrouw die het kind onder haar hoede nam. Op een dag ontdekte de koning het meisje en vroeg de vrouw haar te mogen adopteren. De wijze vrouw kon echter in de toekomst kijken en waarschuwde de koning dat als zijn dochter later zou trouwen, haar man de oorzaak van de dood van de koning zou zijn. Je voelt het al aankomen….dit loopt uit op een drama! De koning negeerde de waarschuwing. Zijn dochter Usa, wat ‘ochtendgloren’ betekent, groeide op tot een beeldschone vrouw en had aan bewonderaars geen gebrek waardoor de koning zich de woorden van de wijze vrouw herinnerde. Hij hield hem zelfs dusdanig bezig dat hij zijn dochter dwong om in een enorm, in het oog springend, rotsblok – Hor Nang Usa – te wonen, ver bij alle anderen vandaan.
Uiteraard is ook nu de liefde sterker dan een gevangenschap. De prinses liet op een dag een zelfgemaakte bloemenkrans wegdrijven in een smal stroompje waarin ze zich mocht wassen. De krans dreef met de stroming naar de grote Mekong rivier, waar hij werd gevonden door prins Tao Baros. Hij wist onmiddellijk (hoe kan het!) dat het hier een teken van een mooie vrouw in nood betrof en besloot ter plekke om haar te redden. Ze vinden elkaar en vallen hals over kop ‘in love’. Eind goed, al goed, zou je zeggen. De legende neemt echter een bizarre twist, want de koning daagt de prins uit tot een wedstrijd tempel bouwen waarbij de verliezer zal worden onthoofd. De rest laat zich raden. ‘What was he thinking…..’
In de prehistorie werden veel rotspartijen aangepast voor religieuze doeleinden, hetgeen nog terug te vinden is in beelden en uitsnijdingen in de rotswanden. Tijdens de opkomst van het Boeddhisme werden de rotsblokken met name als schuilplaats gebruikt door rondreizende monniken, al beweren anderen dat juist de aanwezigheid van Boeddha beelden bewijst dat de grotten werden gebruikt als tempels. Als je goed kijkt dan kun je zelfs nog restanten van oude muurschilderingen en hindoeïstische elementen (uit latere perioden) terugvinden.
In dit park bevindt zich ook de Thaise versie van Stonehenge, misschien wel de meest bekende steenformatie in het park. Het is inderdaad een indrukwekkende serie hoge smalle stenen die samen een cirkel vormen rond een grote gekartelde steen balancerend op een smallere onderkant. De rotsen worden hier wel vergeleken met gigantische paddestoelen en het is duidelijk waarom.
We verkennen dit prachtige park op ons gemakje en genieten van alle bijzondere vormen die de rotsen in de loop der jaren hebben aangenomen. De ligging in een groene bosrijke omgeving en de aanleg met aandacht voor details vormen samen een uitstraling die het gevoel van mystiek verhoogt. We voelen ons echte ontdekkingsreizigers, we weten waar we zijn geweest!