Er gaat niks boven een mooi verhaal. Verhalen raken ons, we kunnen ons erin verplaatsen, ze spreken tot onze verbeelding of ze maken een gedachtengang compleet. Over een goed verhaal blijf je ook langer nadenken dan een ‘gewoon’ verhaal, het is het verhaal wat je met anderen wilt delen, waar je langer over door wil praten. Dat klinkt in theorie natuurlijk heel mooi, maar hoe verwerk je het principe ‘hook the reader’ in je eigen verhaal? Volgens de mensen die het kunnen weten zijn lezers van nature lui en snel afgeleid. Je moet ze vanaf de eerste zin in je greep hebben (‘als een vishaak met weerhaken’) en ze niet meer laten gaan. Geen zin zo belangrijk als de eerste! Schrijver George R. R. Martin (Game of Thrones) gaat nog verder. Hij zegt: ‘Ik zou elke schrijver willen adviseren om te beginnen met het schrijven van korte verhalen. In deze tijd ontmoet ik veel te veel jonge schrijvers die gelijk proberen om een roman te schrijven, of een trilogie, of zelfs een serie van negen boeken. Dat is net zoiets als gaan bergbeklimmen en dan meteen beginnen met de beklimming van de Mount Everest.’ Ervaring leert is dus ook hier een belangrijk gegeven!
Soms dient een verhaal zich compleet aan, je hebt het als het ware kant-en-klaar in je hoofd, maar meestal komt het in twee (of meerdere?) delen. In ons geval zijn er eerst foto’s. Prachtige sterke zwart/wit koppen van (meestal) mannen uit verschillende lagen van de bevolking. Sommigen uit achterbuurten, anderen verkopen amuletten, hebben hun eigen winkel of zijn straatverkopers. Het fotoproject loopt goed en groeit langzaam maar gestaag. Wat mist is het verhaal. Oogcontact en de nodige handgebaren zijn weliswaar voldoende voor één of meerdere portretten, maar zijn beslist ontoereikend voor het verkrijgen van de nodige achtergrondinformatie. Conclusie: we hebben een Thai nodig om met ons op stap te gaan voor het missende menselijke tintje!
Gewapend met afgedrukte foto’s voor het eerste contact gaan we in Chinatown op zoek naar onze ‘modellen’. Chinatown is een smeltkroes van geuren, kleuren en levendigheid. Toen Bangkok (eind 18e eeuw) de hoofdstad van Thailand werd, kwamen duizenden Chinezen naar de stad om werk te vinden. De, meestal ongeschoolde, arbeiders werden ingezet voor het zware lichamelijke werk en bouwden zo de stad op. Ze namen hun intrek in aparte wijken (Yaowarat en Sampeng), een gebied wat we nu kennen als Chinatown. Wanneer je de grote straten links laat liggen en je de kleine sois (straatjes) inloopt, ervaar je pas het echte leven. Hier loop je temidden van drukke marktstraatjes, exotische aroma’s van vele straatrestaurantjes, open winkeltjes van sinkel, hete dampende barbecues en alles wat daar verder bij komt kijken. Het leven speelt zich voornamelijk af op straat.
We hebben onze ‘klokkenman’ redelijk snel teruggevonden. Hij zit gewoontegetrouw achter een enorm bureau temidden van zijn ‘hardware store’ (ijzerhandel). Op zijn bureau/toonbank prijkt een oude grammofoon en achter hem klinkt het rustgevende getik van talloze hangklokken.
Dit sfeerbeeld is ook meteen de reden waarom deze man, afgezien van zijn markante kop, ons in eerste instantie was opgevallen. De man is druk en lijkt geen tijd voor ons te hebben, maar het voorzichtige aanhouden en de rust van onze Thaise vriendin brengen opeens een verandering in hem teweeg. Vooruit dan maar. Krukjes worden haastig aangeschoven, we worden allemaal van water voorzien en het interview kan beginnen. De man gaat er eens goed voor zitten en na een aarzelende start, vloeien de zinnen als watervallen over zijn lippen. Hij krijgt er plezier in, zelfs zoveel dat we worden uitgenodigd om, als nieuwe vrienden, zijn huismuseum te bezoeken.
Het is alsof we in een andere wereld stappen. Deze bijna 70-jarige man blijkt al van jongs af aan geïnteresseerd te zijn in klokken, of beter gezegd in ‘tijd’, want zo zegt hij ‘time only goes forward, once gone it doesn’t turn back’. Vanaf zijn tiende werkt hij al bij zijn vader in de winkel, maar hij is daarnaast vanaf zijn twintigste serieus begonnen met het verzamelen van antieke klokken. Hij vindt ze via FB, met behulp van vrienden en gaat regelmatig naar de speciale antiekmarkt in Chinatown die elke zaterdagavond plaatsvindt. Tegenwoordig is zijn zaak dus een combinatie van de ‘family business’ (ijzerhandel) en een reparatie werkplaats voor klokken. Zijn klokken zijn meer dan alleen een hobby. Hij spendeert een groot deel van zijn dag aan het opwinden, gelijk zetten en bijhouden van al zijn modellen. Het zijn er veel….heel veel. De meesten uit Frankrijk, België en Duitsland, maar ook de Nederlandse staartklok ontbreekt hier niet. De man is helemaal verguld met het verhaal dat onze ouders ook zo’n klok in huis hebben. Zijn meest bizarre klok is echter de klok uit de kapperszaak. Hier is alles in spiegelbeeld en loopt de tijd terug om het de klanten gemakkelijk te maken als ze op de kappersstoel in de spiegel kijken.
Zelf worden we door dit contact hoe langer hoe meer enthousiast. Dit is inderdaad een onverwacht sterk verhaal met alle elementen die daarin thuis horen. Het is ‘persoonlijk, een beetje verrassend, maar niet te ‘ver van mijn bed’, uniek en herkenbaar’. Dit smaakt naar meer. Misschien ook met ‘een begin en een eind’ inclusief ‘emoties’? Volgens deskundigen is het belangrijk de juiste emotie, de juiste sfeer te vinden en vervolgens te improviseren om een pakkend (kort) verhaal te schrijven. Dat de sfeer belangrijk is blijkt wel uit ons volgende contact.
We vinden de kuiper in zijn werkplaats niet ver van zijn winkel. Hij is druk aan het werk en reageert totaal niet op onze verschillende toenaderingspogingen. Net als we bedenken dat we dan maar genoegen moeten nemen met alleen zijn portret, draait hij zich een beetje in de richting van onze Thaise vriendin. Zij zit op een klein krukje naast hem en vraagt af en toe op zachte toon waar hij mee bezig is en waarom dit beroep voor hem zo belangrijk is. De sfeer is kennelijk toch gecreëerd want de man laat zijn stugge masker langzaam maar zeker zakken. Hij waarschuwt ons wel dat hij niet over zichzelf wil praten, maar verder bereid is tot luisteren en vertellen.
Ook hij werkt al vanaf zijn tiende om zijn familie te ondersteunen. Vroeger waren er vele kuipers in Chinatown, want teakhouten vaten werden voor van alles en nog wat gebruikt. Voor het bewaren van rijst of andere zaken, als douche, voor de was etc. etc. ‘Ik heb mijzelf alles geleerd (‘I’m born with it’), want er bestaat geen kuiper-school’, aldus onze zwijgzame man ;). Hij vervolgt: ‘tegenwoordig worden veel vaten massaal geproduceerd, het hout heeft geen tijd gekregen om goed te drogen en het resultaat is een mediocre product.’ Het stoort hem en verdriet hem tegelijkertijd, want hij is een perfectionist en wil daarom graag werken voor klanten die zijn werk waarderen en respecteren. Helaas heeft hij geen opvolger, wel een zus die helpt in de winkel. Net als onze klokkenman.
Is dit dan de overkoepelende verhaallijn voor onze sterke koppen? Uitstervende beroepen, het teloorgaan van familiebedrijfjes en potentiële opvolgers die een andere toekomst kiezen? Het is waarschijnlijk nog te vroeg om zoiets te concluderen, we hebben pas twee verhalen te pakken en nog velen te gaan. Ze zeggen dat als je het echte exotische Azië wilt meemaken, een bezoekje aan het drukke Chinatown een ‘must’ is. Het lijkt mij dat zo’n bezoek niet compleet is zonder het bijbehorende verhaal…….