Zeg je Pasen, dan zeg je Bach. Voor mij niet direct een duidelijke link, totdat …… ik lees dat Pasen voor de klassieke muziekliefhebber gelijk staat aan de Mattheus (Matthäus) Passion. Deze Mattheuspassie (om eens een Nederlands woord te gebruiken) is een oratorium gecomponeerd door Johann Sebastian Bach. Ter verklaring lees ik verder dat een oratorium een groot vocaal werk is met een vaak geestelijke inhoud voor orkest, zangsolisten en koor. Als een oratorium (komt van het Latijnse woord ‘orare’ wat bidden betekent) echter het lijdensverhaal van Christus als onderwerp heeft, dan spreek je van een passie. Als je dan ook nog weet dat hier het lijdensverhaal van Jezus vertelt wordt als in het evangelie volgens Matteüs, dan is hiermee in ieder geval de naam verklaart.
De Matthäus Passion is een van de langste en bekendste composities van Johann Sebastian Bach (1685-1750). Over Bachs karakter wordt geschreven dat hij temperamentvol en opvliegend was en dat hij bij tijd en wijle van een flinke scheut alcohol hield, alhoewel anderen dit tegenspreken, want de sfeer in zijn huis was meestal goed. Bovendien suggereren noch zijn muziekhandschrift, noch zijn muziek een driftig of opvliegend karakter. Kenners beweren zelfs dat juist de totale beheersing van de muziek zo kenmerkend is voor Bach. Hoe het ook zij, over zijn jeugdjaren en privéleven is weinig bekend, behalve het feit dat Johann Sebastian twee keer trouwde en maar liefst twintig kinderen kreeg. Zeven bij zijn eerste vrouw Maria Barbara, met wie hij in oktober 1707 trouwde en die in 1720 overleed. En dertien kinderen bij zijn tweede echtgenote Anna Magdalena, die, zo lijkt het, tussen 1723 en 1737 bijna elk jaar zwanger was. Van deze twintig kinderen stierven er tien kort na de geboorte of op jonge leeftijd. Vier zonen van Johann Sebastian Bach werden later, net als hun vader, (relatief) bekende componisten. Johann Sebastian zei het immers zelf al: ‘Er is niets moeilijks aan, want het enige wat je hoeft te doen is de juiste toetsen aanslaan op het juiste moment en het instrument speelt vanzelf’. Hahaha, was het maar zo eenvoudig!
Wanneer Bach zijn wereldberoemde compositie precies componeerde is niet helemaal bekend. Ook is onduidelijk wanneer het stuk voor het eerst werd opgevoerd. Vermoedelijk zal dat op 11 april 1727 zijn geweest, in de Thomaskirche in Leipzig. Volgens het programmaboekje ‘paste dit werk op zich prima in de eeuwenoude traditie van muziek over het lijden van Jezus, uitgevoerd op Goede Vrijdag. Tegelijkertijd sloeg dit grootschalige werk, met zijn bekende recitatieven (declamerende gezangen), met zijn koralen (religieuze gezangen) en aria’s, momenten van collectieve en individuele reflectie, met zijn bijzondere rol voor het koor, commentaar leverend of handelend optredend, alles; hiermee bracht Bach de traditie tot een grandioos en onovertroffen hoogtepunt.’ Toch waren zijn luisteraars indertijd kennelijk niet zo enthousiast, want voor zover bekend voerde Bach dit muziekstuk zelf maar vier keer op, t.w. in 1727, 1729, 1736 en in 1740. Na zijn dood in 1750 raakte de compositie, net als zijn andere muziek, in de vergetelheid. Het zou tot 1829 duren voordat de Matthäus-Passion weer, als ingekorte versie door Felix Mendelssohn, werd opgevoerd.
In Nederland is het stuk momenteel niet meer weg te denken rond Pasen. De Nederlandse Bachvereniging in Naarden besloot de Matthäus-Passion, voor het eerst op Goede Vrijdag 14 april 1922, in zijn geheel op te gaan voeren. De opvoering in de kerk van Naarden werd daarna een traditie. Tegenwoordig wordt de uitvoering in het oude vestingstadje ook bezocht door veel hoogwaardigheidsbekleders, waarmee het, volgens de organisatie, een echt ‘society evenement’ is geworden. Gelukkig is Naarden zeker niet de enige plaats waar het stuk wordt opgevoerd. Wij gaan dit jaar genieten in Groningen, al is het dan helaas niet in een kerk, maar ‘gewoon’ in de Oosterpoort. Alhoewel, met een uitvoering die zo’n 2.5 tot 3 uur duurt kun je maar beter comfortabel zitten. 😉
Voordat we echt gaan luisteren, starten we met een uitleg zodat we weten waarop we moeten letten. Het schijnt dat er door de jaren heen veel veranderd is in zowel de uitvoering zelf als de omstandigheden rondom. Er mag tegenwoordig zelfs geklapt worden (vroeger niet!) en de man die ons de uitleg geeft vraagt zelfs of we voor de pauze ook willen applaudisseren opdat de jongens van het koor (die dan naar huis gaan) eveneens kunnen genieten van de waardering en het respect van het publiek. We leren dat de Matthäus-Passion is geschreven voor twee koren, waaraan nu dus nog een jongenskoor is toegevoegd. Bach zette de hoofdstukken 26 en 27 uit het evangelie van Mattheus op muziek. Dit zijn de hoofdstukken waarin wordt beschreven hoe Jezus wordt verraden en gekruisigd. De verhaallijn in de passie wordt, in twee delen, verteld in het recitatief van de evangelist. De overige hoofdrollen, naast Jesus zelf, worden vertolkt door een bas, een tenor, een alt en een sopraan. Het volk is het koor. Diverse bronnen zien in die twee, ongelijke, helften van de passie de vorm van een kruis: het kortere eerste deel stelt het horizontale deel voor en het langere tweede deel het verticale deel van het kruis. Zoals destijds gebruikelijk werd het eerste deel vóór de preek uitgevoerd en het tweede deel erna. Hmm, toen geen pauze ter reflectie en/of bezinning of om simpelweg even de benen te strekken. Deze opzet in lutherse preken werd trouwens een bifocale structuur genoemd, namelijk achtereenvolgens de explicatio (de bijbeluitleg) en dan de applicatio (de toepassing ervan), een praktisch en een moreel advies. De twee helften van de Matthäus-Passion zijn op dezelfde wijze opgezet.
Bach zou zich eveneens hebben laten leiden door verhoudingen, getallen en symboliek, zoals traditie voorschreef in de muziek van de zeventiende en achttiende eeuw. Neem b.v. de recitatieven. Deze worden begeleid door een instrument om de accenten aan te geven c.q. te ondersteunen. Jezus daarentegen wordt, behalve bij zijn laatste woorden, begeleid door ‘lieflijke strijkers’ als zijnde een aureool. Tijdens het uitspreken van zijn laatste woorden wordt de volledige verlatenheid van Jezus juist benadrukt door de afwezigheid van de strijkers. Als je het weet, let je er ook op! In de zangstukken, vooral in de aria’s, zijn daarnaast veel thema’s terug te vinden welke je zou kunnen vertalen naar hedendaagse thema’s. Op deze manier maak je de muziek en de gevoelens die deze oproept begrijpelijker, het raakt je meer. Ook de muzieknoot helemaal aan het eind. Ik weet zo niet meer welke noten hier gebruikt worden, maar het komt er op neer dat een hele scherpe klank (haast dissonant) overgaat in een hele harmonieuze klank, hetgeen de verlossing symboliseert. Deze extra weetjes maken dat je met nog meer interesse naar het verhaal luistert.
Naast al het andere speelde Bach ook veel met getallen. Zo is de getalswaarde van de naam Bach 14 (B=2 etc). Ergens in de partituur, in de eerste regel van Vor deinem Tron tret ich hier mit, duikt de naam Bach op, want de getalswaarde van die regel is eveneens 14. Mogelijk een verborgen handtekening van de meest geniale componist aller tijden? Volgens kenners is de versleuteling van getalswaarde (betekenis) en klank (gevoelswaarde) in Bach’s werk vrijwel totaal. Wanneer er in de tekst gesproken wordt van het Lam Gods schrijft Bach het notenbeeld van 9 op, het getal van de volmaakte onschuld. Gaat het over de Kerk (met hoofdletter), dan creëert hij een 12, het getal van de apostelen, van de kerk als gemeenschap, maar ook van het aantal koraalzettingen in de Matthäus, namelijk 12. De passie bestaat verder uit 27 passages waarin het evangelie wordt gezongen. Het getal 27 staat bij Bach voor de drie-eenheid van God (3×3×3). Een laatste frappant voorbeeld van een mogelijke symboliek vind je wanneer Jezus met de twaalf apostelen aan het laatste avondmaal zit en aankondigt dat hij door een van hen verraden zal worden. De woorden ‘Herr, bin ich’s?’ worden elf keer herhaald en geen twaalf keer. Judas (de verrader) zingt immers niet mee. Het lijkt misschien toeval allemaal, maar dat kán het niet zijn, aldus de ‘geleerden’, ‘want als het inhoudelijk niet klopt dan werkt het niet, dan slaat de klank de plank mis.’ Ik vind het fascinerend om te leren wat de componist allemaal bedacht en (mogelijk) bedoeld heeft met het vervolmaken van zijn meesterwerk.
In de zaal zitten we dichtbij het podium, waar we alles en iedereen goed kunnen zien. Heel bijzonder, want je hoort, ziet en voelt de intensiteit nu heel duidelijk van allen die een rol hebben in de vertolking van het stuk. De dirigent van het NNO (Noord Nederlands Orkest) is dit seizoen een van de beste koordirigenten ter wereld (Peter Dijkstra), die zelf als jongetje al in de Matthäus heeft meegezongen in het Roder jongenskoor, hetzelfde koor wat hier vanavond ook op het toneel staat. De cirkel is rond. De kritieken van de voorgaande optredens waren lovend en er is niets teveel gezegd. Vanavond was mijn vuurdoop, maar door alle verhalen, de uitleg, het enthousiasme, mijn gezelschap en de betovering alom is de avond werkelijk voorbij gevlogen.
Tot besluit nog een klein stukje wat ik gelezen heb en wat de kracht van Bach mooi omschrijft: ‘Voor niet muziek-theoretisch onderlegde lezers onder ons is het verschil tussen Bachs muziek en veel (toen veel populairdere, maar nu vergeten) muziekstukken van andere musici te vergelijken met het verschil tussen een historisch gebouw (Bach) dat met zorg van binnen en buiten is ontworpen, waarin de verhoudingen en lijnen en kleuren kloppen en dat je toch telkens weer verrast als je het vanuit een andere hoek bekijkt en (in het slechtste geval) een toneelfaçade van datzelfde gebouw; alleen een voorzijde, een buitenkant, eventjes leuk, maar het dient verder tot niets.’ Het gebouw stond vanavond en heeft zeker verrast.
Tja die Bach met z’n MP….
Vroeger vond ik dat gekweel niet om aan te horen en nu vind ik het misschien wel de mooiste muziek die ik ken. Als je er mensen naar vraagt is de mening ook meestal extreem t een of t ander. Slechts weinigen blijven onverschillig. Das dan toch muziek die raakt. Bijna 3 eeuwen oud en nog steeds trekt een uitvoering volle zalen/kerken.
Op zich al bijzonder genoeg om het tenminste 1 keer in je leven te doorstaan😁
Hoe meer je er van weet hoe meer er te genieten valt.
Pas op Ien voor je het weet ben je een liefhebber. 😉
LikeLike
Ja ik herken het inmiddels Ien🎶😀.
LikeLike