BEKEND TERREIN

Drenthepad: kaarten 24 & 25

Qua weer kent Nederland deze dagen een tweedeling, waarbij het noorden dit keer eens het langste lootje heeft getrokken. De afgelopen- en de komende dagen werd en wordt er, vooral in Limburg, zeer veel regen verwacht, waarbij weercomputers berekenen dat er ruim 100 millimeter kan vallen in drie dagen tijd. Meer dan normaal in een hele maand! Voor Drenthe zijn er echter geen waarschuwingen afgegeven, niet voor regen noch voor wind, terwijl de temperatuur rond de 20 graden zal blijven. Met andere woorden……ideaal wandelweer!

We lopen vandaag door bekend terrein; van het Leekstermeer naar Roderwolde en door naar Eelderwolde. Wold(e) of woud(e) is afgeleid van het Oudnederlandse woord ‘walt’ en het Middelnederlands ‘wout’, wat ‘uitgestrekt of zompig bos’ betekent. Een woud was vroeger niet alleen bos, maar meer een grote onontgonnen vlakte of ruimte. Zand, veen en klei zijn de elementen die dit gebied gevormd hebben.

Uitzicht over het Leekstermeer

We wandelen over fietspaden langs Leutingewolde, een buurtschap wat eveneens deel uitmaakt van het zgn. woldgebied, aan de ene kant en een veld vol ‘doedhaomers’…… aan de andere kant. Leutingewolde is van oorsprong een kluft. Een kluft, klauw of clauw had geen eigen kerk, maar soms wel een kapel. Een kluft kan dan als een synoniem van een wijk of buurtschap worden gezien. Leutingewolde is altijd een onderdeel geweest van  Roden, hoewel je kunt zeggen dat het eigenlijk dichter bij Leek ligt.

Wandelen over fietspaden (RK)

Dan de ‘doedhaomers’. Heerlijk zo’n merkwaardig woord in een dialect, waarvan je geen idee hebt wat de betekenis zou kunnen zijn. In dit geval is het Gronings en om helemaal precies te zijn komt het uit het oosten van die provincie. Rara, wie daar vandaan komt? Namen met het element doed– of duud– worden verklaard door de wolligheid van de bloemkolf, die vergelijkbaar is met een ‘dot’ garen. Een duudhoamer of doedhoamer is dan een ‘pluizige, zachte hamer’.

‘Doedhaomers’

De naam van de grote lisdodde (typha latifolia), want daar gaat het hier over, kan zijn afgeleid van ‘tiphos’ wat moeras of plas betekent, wat zou verwijzen naar de plek waar deze plant groeit. Het kan echter ook komen van ‘typhe’ wat wordt vertaald als kattenstaart en zou refereren naar de vorm van de bloei. Om het nog lastiger te maken zou de naam ook afgeleid kunnen zijn van ‘typhein’ wat branden betekent of van ‘typhè’ wat staat voor rook maken, smeulen of verbranden. Vroeger zou de ‘sigaar’ zeer waarschijnlijk gebruikt zijn als tondel bij het maken van vuur. Doordat de pluizen in de aar zo dicht opeen gepakt zijn, blijft de binnenste pluis altijd droog, ook bij regen. De vijfde mogelijkheid ter verklaring van de naam is een afleiding van ‘typhos’ wat zich iets verbeelden betekent. Misschien omdat deze plant met gemak 2 meter hoog kan worden?

We steken de Rodervaart over en lopen verder over de Sandebuursedijk. Links van ons zien we ‘een rij boerderijen naast elkaar gelegen in een ogenschijnlijk eenzame wereld’, Sandebuur. Sommige historici denken dat er tussen de meest oostelijke boerderij van Sandebuur en de begraafplaats van Roderwolde ooit meer huizen hebben gestaan. Hoe het ook zij, voor ons is Sandebuur inmiddels een bekende plek vanwege de kaas van Eytemaheert. Op deze natuurboerderij maken ze van ‘de melk van onze raszuivere Polderpanda’s de heerlijkste kaas. Niet alleen zijn onze Blaarkop koeien puur Blaarkop, ook hun voeding is dat (100% gras) en de manier waarop onze Polderpanda’s leven is zo natuurlijk mogelijk. Wanneer je deze kaas koopt, draag je bij aan de instandhouding van dit zeldzame runderras.’ Wij dragen graag ons steentje bij :). 

Ondertussen komt de molen van Roderwolde in zicht.  Het is langzamerhand tijd voor een lunch, waarvoor we de grote ‘flint’, het Drentse woord voor veldkei, bij het haventje in gedachten hebben. Met zicht op zowel het water als de molen is het daar volop genieten van onze meegebrachte etenswaren. 

Lunchen rond de flint (RK)

De olie- en korenmolen Woldzigt (opeens begrijp je de betekenis van zo’n naam ook beter) is volgens velen de mooiste molen van Drenthe, en misschien wel van heel Nederland. De molen, ‘een achtkante bovenkruier met stelling’, is niet alleen bijzonder vanwege de ouderdom en de gaafheid, maar ook vanwege het feit dat de molen twee functies kent. Naast het feit dat de molen ‘maalvaardig’ is, wordt er ook regelmatig olie geslagen, waarbij op een ambachtelijke wijze lijnolie wordt verkregen. De verwerking van lijnzaad tot lijnolie gebeurt nog precies op dezelfde manier als vroeger.

Woldzigt

We lopen eigenlijk de hele dag al door De Onlanden, een laagveengebied ingeklemd tussen de zandgronden van Drenthe en de Groningse klei. Vroeger was dit gebied één groot veenmoeras, ongeschikt voor landbouw en ook verder onbegaanbaar voor de mens; een echt ‘Onland’, hetgeen zoveel betekent als ‘onbruikbaar woest land, met name moerasland’. Hoewel De Onlanden tegenwoordig wordt beschouwd als een nieuw natuurgebied waarvan de inrichting in 2005 is afgerond, klopt dat niet helemaal. In feite is De Onlanden een wetland (een watergebied van internationale betekenis) dat al vanaf het einde van de laatste ijstijd, dus al meer dan 10.000 jaar, bestaat. Pas gedurende de laatste eeuw werd dit wetland stapsgewijs ingepolderd en drooggelegd tot een natuurgebied van circa 3.500 aaneengesloten voetbalvelden groot met volop ruimte voor overtollig water. Bij langdurige, hevige regenval zorgt dit gebied ervoor dat de stadjers (Groningers) droge voeten houden. Volgens velen is dit gebied de ‘kroon op de kop van Drenthe’. ‘De kop hoort erop’ is een sentiment wat ook nu nog veel bijval krijgt. Wist je dat dit stukje Drenthe bijna bij de provincie Groningen had gehoord? In 1975 waren er acties tegen het voornemen van de regering om Nederland in 26 provincies te verdelen. De nieuwe indeling had tot doel de provincie Groningen uit te breiden met de Noord-Drentse gemeenten Eelde, Peize, Roden en Zuidlaren. De Drentenaren voelden hier echter weinig voor en met de campagne “de Kop hoort erop!” ging het plan niet door. Leuk om te weten is dat De Onlanden ook eeuwenlang de natuurlijke noordgrens van Drenthe vormde. Het reizen over land eindigde bij Peize, Roden en Roderwolde. Deze dorpen waren toen in feite havenplaatsen. Om verder naar ‘Stad’ te gaan moest je met de beurtschipper door het uitgestrekte wetland varen. In de tijd voor de aanleg van goede wegen, dus ruwweg voor 1900, was vervoer over water één van de belangrijkste transportmiddelen voor zowel goederen als personen. De dorpen Peize en Roderwolde hadden dan ook elk een gegraven verbinding met het Peizerdiep, respectievelijk de Peizer- en Roderwolder Schipsloot, en een kleine haven. Deze vaarverbinding sloot aan op het Hoendiep waardoor een verbinding met de stad Groningen een feit was. De ticheloven (steenoven waarin je tegels bakt) aan het Peizerdiep heeft waarschijnlijk omstreeks 1670 voor het laatst gebrand. Daarna diende het haventje aan het einde van de Schipsloot als aanvoerhaven voor stenen die in Groningen en Friesland waren gebakken. Het haventje van Peize bestaat inmiddels allang niet meer als zodanig, maar het haventje van Roderwolde is in 2006 weer in ere hersteld na initiatieven vanuit de bevolking.

Gedicht onderweg

Onderweg komen we een gedicht tegen over de Peizermade. Een made (maat, mede, meet of (Fries) miede) is een stuk grasland dat meestal als hooiland gebruikt wordt. Het natuurgebied De Peizer- en Eeldermaden, onderdeel van het grotere natuurgebied De Onlanden, wordt doorsneden door het Eelderdiep, waarbij de Peizermade ten westen hiervan ligt en de Eeldermade ten oosten. Enkele wegen in De Onlanden liggen er trouwens ook al honderden jaren, zoals b.v. de Roderwolderdijk, waar we eerder vandaag overheen gelopen zijn. Deze dijk is ooit aangelegd als een verbinding tussen het klooster van Aduard en De Kleibosch, een natuurgebied net ten oosten van het dorpje Foxwolde, om potklei te kunnen delven. We zijn hier niet echt doorheen gelopen, maar hebben het wel rechts van ons zien liggen. Daar herinneren tal van uitgegraven kleiputten en restanten van oude kanaaltjes nog aan de industriële bedrijvigheid van toen. Toch bijzonder zo’n stukje geschiedenis op bekend terrein. De Franse schrijver Gustave Flaubert (1821-1880) zei in zijn tijd al: ‘Reizen maakt je bescheiden. Je ziet wat een verschrikkelijk klein plekje je inneemt op de wereld.’ We eindigen onze tocht vandaag in de Onlanderij waar je midden in de natuur terecht kunt voor koffie met huisgemaakt gebak ‘bereid met ambacht, liefde voor het vak en een natuurlijke lach!’ Als dat geen goede afsluiting is…….

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s