HART VAN DRENTHE

Drenthepad: kaarten 57 & 58

We ronden vandaag het traject ‘Hart van Drenthe’ af en terwijl ik overpeins wat voor bijzonderheden ik over vandaag zal vermelden, overkomt me een iets wat me niet zo heel vaak overkomt. ‘My mind went blank’, mijn gedachten bleven hangen in het grijs. Soms heb je immers van die dagen waar je weinig bijzonders van verwacht. Alles om je heen lijkt dan gewoon neutraal, passief en wat grauw. Ik lees dat de kleur grijs iets tegenstrijdigs heeft. Het is de kleur van het veranderlijke, denk aan mist, rook en wolken, maar het wordt tegelijkertijd ook geassocieerd met het onvergankelijke. In die hoedanigheid staat het voor stabiliteit, elegantie en geborgenheid. 

Toch is het gebied waar we doorheen wandelen allesbehalve grijs (lees: neutraal en passief). Het Hart van Drenthe wordt omschreven als ‘een robuust natuurgebied van 4000 hectare aaneengesloten natuur met gevarieerde bossen, tientallen vennen, weidse heidevelden en bronnen van beekdalen’. In deze eindeloze natuur is elk moment van de dag anders. Om de website te citeren: je ervaart hier ‘de mystiek van zon en nevel, de geur van alles wat groeit en bloeit, de afwisseling van open vennen en donker bos, de overweldigende stiltes en het gevoel dat je soms de natuur voor jezelf hebt.’ Zoals hieruit blijkt hebben we hier dus niet te maken met een ‘grijze muis’ (iets onopvallends) en is dit terrein misschien wel het best te omschrijven als een ‘grijs gebied’, waarin de dingen niet eenduidig zijn. Grijs is door haar ingetogenheid mogelijk minder geschikt voor een eerste kennismaking, maar zeker wel voor een ingetogen gesprek. Dat gesprek moeten we dan maar eens aangaan, nietwaar?

Het is grijs om ons heen (RK)

Volgens boswachters alhier gaat ‘hun’ gebied zich in de komende decennia ontwikkelen naar een natuurlijk boslandschap. Het wordt een gebied waar de natuur zichzelf mag zijn. Het is het brongebied van veel beken in Drenthe waarin water wordt vastgehouden om langzaam haar eigen weg te zoeken naar de beken. De kringloop van het leven krijgt weer gestalte, het wordt een gebied waar de mens wildernis kan beleven, het ‘wildernisgevoel’ kan ervaren. Dat klinkt natuurlijk prachtig, maar voordat de natuur zichzelf kan en mag zijn, moet menselijk ingrijpen in die natuurlijke processen ongedaan worden gemaakt. Hier wordt hard aan gewerkt en het resultaat is dat je nu kunt wandelen in bossen die steeds mooier worden omdat de natuur vrij spel heeft gekregen. 

Wuivende grassen overwoekeren de heide (RK)

We lopen het eerste deel grotendeels over fietspaden met naast ons de laatste restanten van het Hijkerzand. De bijna oranjekleurige lange grassen geven de omgeving een onverwachts vrolijk tintje, het geeft ons een beetje warmte en energie. Zeker nodig, want de wind is koud en guur. Het Hijkerveld is een zogenaamd ‘stiltegebied’. De gedachte dat stilte samen met ruimte en duisternis de grondslag vormt voor onze natuur en daarmee een oerwaarde is die bijdraagt aan de levenskwaliteit van zowel mens als dier, heeft de provincie doen besluiten in Drenthe zo’n 11 gebieden aan te wijzen als stiltegebied. Want waar in Nederland vind je nog een écht stil gebied? Bijna overal wordt de stilte in toenemende mate verstoord door verkeer en allerlei andere menselijke activiteiten. Waar je ook bent, vaak is er het lawaai van een weg, een spoorlijn of een vliegroute duidelijk hoorbaar. De Drentse Natuur- en Milieufederatie (NMF) wil nu dat de provincie Drenthe meer werk maakt van het beleid rond stiltegebieden. Inmiddels zijn er wel elf stiltegebieden, maar veel meer dan de gebieden aanwijzen heeft de provincie in twintig jaar niet gedaan, is hun oordeel.

We lopen vervolgens langs een minder inspirerende ‘overbruggingsweg’ omdat we onder de weg Emmen-Drachten door moeten om bij de Brunstingerplassen te komen.

Onder de provinciale weg door richting de A28

Dit heuvelachtige heidegebied is in het natte seizoen erg drassig en indien nodig kun je ook over het evenwijdig lopende fietspad verdergaan. Wij wagen de gok en lopen dwars door de heide verder over een smal ‘geitenpaadje’. Een paar dikke stenen onderweg zorgen voor een rustpunt waar we ons kunnen warmen aan een dampende kop koffie. De kleine geneugten van het onderweg zijn. 

Kopje koffie?
Via een smal ‘geitenpaadje’ over de heide

Onderweg wandelen we weer door gebied van de grote grazers. We zien ze deze keer niet. Het is hier echter allesbehalve stil of zijn we het stiltegebied alweer uit? Op de achtergrond van alle vennen en grassen zien en horen we de auto’s voorbij razen. Misschien staat de wind verkeerd (voor ons) en horen we het lawaai zo duidelijker, maar hoe dan ook ……. het woord stiltegebied dekt hier de lading niet!

Op de achtergrond raast het verkeer voorbij

Tussen Beilen en Smilde liggen diverse kleine natuursnippers, waarvan de Brunstingerplassen er eentje is. Het is een gebied met oude stuifduinen en schrale heidegronden doorspekt met enkele prachtige vennetjes, waarvan een deel alleen toegankelijk is als wandelaar. Dat vergroot het wandelplezier! Uiteindelijk arriveren we in het dorpje Brunsting, een gehuchtje vlakbij Beilen. Ruim vijf eeuwen geleden is hier door boer Breustinck uit Beilen een boerderij gebouwd. In 1639 woonden hier al 4 boeren, allen uit dezelfde familie. Het is dan ook niet verwonderlijk dat de plek waar zij woonden hun naam kreeg. Hiermee is Brunsting één van de weinige dorpen in Drenthe die naar een familie genoemd is. De familie heeft lang in het dorp gewoond en bekleedde diverse belangrijke posten door de jaren heen. Denk hierbij aan assessor (wethouder), drost (gebiedsbestuurder) en ette (provinciaals bestuurslid). De familie was in de loop der jaren ook erg welvarend geworden. Zo had de familie in de 17e en 18e eeuw niet alleen boerderijen in Brunsting, maar ook in Smilde en Beilen. Lopend van de ene naar de andere plaats, van Beilen naar Smilde, hoefden ze geen stap op andermans grond te zetten. Even na het einde van WOII is het laatste lid van de Brunsting familie uit het dorp vertrokken. 

Mooie paddenstoelen onderweg (RK)

Langzamerhand horen we de A28 steeds duidelijk. We moeten hier overheen om Beilen te bereiken. 

Over de A28

Uit onderzoek is gebleken dat er ongeveer 20.000 jaar geleden rond Beilen al mensen woonden. Omstreeks het jaar 1000 wordt Beilen al genoemd in oorkonden. Ooit werd de naam opgevat als Bijllo, dwz uitgehouwen plaats in het bos, maar waarschijnlijk is het eerder bele, bei, beile, wat zoveel als heuvel(landschap) betekent of bagil (moeras). In de 18de eeuw werd Beilen een pleisterplaats op de route Groningen-Meppel en groeide het uit tot een dorp. In 1820 is het dorp vrijwel geheel afgebrand, alleen de kerk, de school en veertien huizen bleven staan. Door rijkssteun, giften en inzamelingen is het weer herbouwd.

Centrum, het begin van de winkelstraat

We lopen pal achter de geluidswal van de snelweg naar het dorp en slingeren langs straten als de Havenstraat richting het station. Vroeger had Beilen (uiteraard) een haven. Beilen was, door haar centrale ligging, een zeer geschikte marktplaats. De Beilervaart werd in 1790 gegraven omdat de Beiler middenstand graag een goede scheepvaartweg met Meppel wilde door een aansluiting op de Drentsche Hoofdvaart. In die tijd was vervoer over water, ook voor personen, één van de snelste manieren. De wegen waren allemaal zandwegen en lang niet altijd even goed begaanbaar, waardoor een tocht door Drenthe toen ervaren werd als een tocht door een woestenij. Rond 1930 werd de concurrentie van het spoor- en wegvervoer echter te groot. Een oude foto laat een brug zien waarvan de leuning doorloopt tot aan de deur van het café. Het kwam nog wel eens voor dat ‘beschonken’ bezoekers van het café in het donker (er was bijna geen straatverlichting in die dagen) het bruggetje misten en zo in het water belandden. Met een brugleuning die doorliep tot aan de voordeur was het probleem verholpen. 

Haven van Beilen (internet)

Al met al heeft deze dag door de verhalen en ontdekkingen onderweg toch kleur gekregen. Over kleur gesproken…….. Een bakker uit Beilen ontwierp eens een gebakje waarover hij marsepein plooide ‘gelijk de bolle wangen van een perzik’. De associatie was er eentje van zacht van kleur en lieflijk. Er moest een naam worden bedacht voor dit gebakje. Grootmoeder bracht de oplossing met haar opmerking: ‘Het lijkt wel een kontje!’ Zo is in 1975 het Drents Kontje geboren. In het hart van Drenthe (zoals Beilen ook bekend staat) hap ik met blozende wangen voldaan en tevreden in mijn kontje. Een goed besluit van de dag! Het hart van Drenthe kent letterlijk en figuurlijk kleur zowel in haar natuur als in haar dorp.

Met een Beiler kontje……… (RK)

Een gedachte over “HART VAN DRENTHE

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s