VERWACHTING

Drenthepad: kaarten 39 & 40

We hebben allemaal verwachtingen over hoe iets zou moeten verlopen of hoe je wenst of hoopt dat iets verloopt. Vandaag zijn onze verwachtingen hoog gespannen, onze tocht van Buinen naar Odoorn gaat ons, op papier, veel hoogtepunten opleveren. We gaan lopen door een boswachterij met een hunebed en grafheuvels, we gaan iets zien van de grootste radiotelescoop ter wereld en gaan (eindelijk) beleven hoe een grote kudde Drentse heideschapen op de heide graast. Hoewel ze wel eens zeggen dat te hoge verwachtingen niets anders zijn dan toekomstige teleurstellingen, laten we ons hierdoor niet uit het veld slaan. We zijn er klaar voor, laat het avontuur maar beginnen! De regen is gestopt en een waterig zonnetje probeert aan kracht te winnen. We starten onze wandeling op het Buinerveld met een grote groep honden om ons heen die zin lijken te hebben in hun trainingsdag als reddingshond. ‘Och’, zegt een van de begeleiders, ‘flink aan de wandel? Mocht je verdwalen, bel ons dan maar. We zijn er klaar voor.’ Kijk, dat is toch een fijn idee.

Zoveel kleuren groen

De hele Hondsrug bestaat uit verschillende boswachterijen die allemaal sporen uit het verleden herbergen. Naast hunebedden en grafheuvels zijn dat ook de keiwegen. Deze keiwegen zijn gemaakt van veldkeien die lang geleden met het landijs vanuit Scandinavië zijn aangevoerd. Tijdens het omspitten van de grond voor de bosaanplant kwamen ze tevoorschijn en zijn toen gebruikt om de zandwegen te verharden. Naast deze keiwegen zien we echter ook grote keien waarop nummers zijn geschilderd. Die keien zijn zogenaamde ‘vakstenen’. De boswachterijen in Drenthe zijn in het begin van de vorige eeuw aangelegd volgens een vast patroon bedoeld voor het kunnen oogsten van hout. De aanplant van deze productiebossen ging ten koste van ‘woeste’ grond. Heideterreinen werden ontgonnen en daarin werden percelen of vakken ingeplant met een bepaalde boomsoort. De vakken werden vervolgens voorzien van een vaksteen, zwerfkeien met een nummer. Om die percelen heen werd vervolgens een brede zand- of keiweg aangelegd voor het transport na de kap. In boswachterij Exloo houdt Staatsbosbeheer vast aan deze indeling van vroeger omdat het enerzijds belangrijk is de bosbouw geschiedenis in Nederland te laten zien en anderzijds omdat het duurzaam oogsten van hout hoog op de agenda staat. Jaarlijks wordt in Nederland 13 miljoen kubieke meter hout gebruikt, waarvan ongeveer 1 miljoen kuub in eigen land geproduceerd wordt. Staatsbosbeheer draagt hier ongeveer 300.000 kuub aan bij, de rest wordt dus uit het buitenland gehaald.

Een oude markesteen met de eikenboom ernaast (RK)

Ondertussen zijn we aangekomen bij een markesteen. Deze rechtopstaande steen vormde, tot het midden van de 19e eeuw, het grenspunt tussen het grondgebied (marke) van de dorpen Exloo, Ees en Buinen. De grote eik ernaast is nauw met de steen verbonden, want bij een grensgeschil kon de steen immers wel worden weggesleept, maar de boom zeker niet. Al deze weetjes onderweg, op borden vermeld, voegen beslist iets toe. 

Hunebed D30
Grafheuvel iemenhees verstopt in het groen (RK

De weg voert ons, zoals verwacht, langs een hunebed en grafheuvels. Zoals bekend zijn hunebedden de restanten van stenen grafkelders. De meeste van de overgebleven hunebedden zijn niet compleet. Ze zijn in de vorige eeuwen gesloopt om de stenen te hergebruiken voor o.a. de fundering van kerken of de aanleg van wegen. In de 18e eeuw was de paalworm oorzaak van het slopen van vele hunebedden. De houten palen van de zeedijken werden aangetast, waardoor er een grote behoefte aan stenen bestond. Hunebed D30 ligt wat bleekjes vlakbij een weg met een fietspad. Het hunebed is een aantal jaren geleden beklad, waarna het grondig schoongemaakt is. Dit verklaart misschien waarom er niets groeit op de stenen? Een hunebed bestond uit een dubbele rij draagstenen met daarop dekstenen als een dak. De toegangspoort werd gebouwd in de richting waar de zon opkwam. De ruimten tussen de draag- en dekstenen werden met stopstenen gevuld en vervolgens bedekt met zand en zoden. D30 met 3 dekstenen (van de 4) en 8 draagstenen is bijna 7.5 meter lang en ligt noord-zuidelijke richting. Door de zuurgraad van de Nederlandse bodem zijn alle menselijke resten in de grafkelder volledig vergaan. In deze grafkelder zijn wel scherven gevonden van meer dan 65 potten. De volgende generaties begroeven hun doden in grafheuvels, waarvan er in de omgeving 7 liggen. Eén van de grafheuvel heeft zelfs een naam, grafheuvel iemenhees. Geen idee waarom. 

Monument voor Geallieerde Vliegers (RK)

So far so good…..we lopen weer door een prachtige omgeving en onze ‘honger’ naar het onverwachte wordt tot nu toe zeker bevredigd. We passeren ‘schuin links tussen percelen 115 en 116’ een Amerikaans vliegtuigmonument. Het ‘Monument voor Geallieerde Vliegers’ in Exloo herinnert aan tien omgekomen bemanningsleden van een Liberator B-24 bommenwerper die hier tijdens de Tweede Wereldoorlog is verongelukt. Ter nagedachtenis aan de bemanningsleden zijn in 1946 -1947 door Staatbosbeheer tien veldkeien gelegd op de plaats waar het vliegtuig is neergestort. Bij iedere kei is een beuk geplant, want de beuk symboliseert o.a. wijsheid, geborgenheid en troost. Bij het monument zijn twee bankjes geplaatst om in stilte te herdenken, de serene rust om je heen te ervaren, om een beetje te mijmeren of ‘gewoon’ als rustmomentje voor jezelf. Je ervaart hier de innerlijke rust waarover zoveel gezegd wordt! Rust is de bekende toestand na inspanning waarin er geen activiteit is, maar de diepere betekenis is ook ‘rust in je hoofd’. Innerlijke rust is dan ook een combinatie van geestelijke en lichamelijke rust, een soort ontastbaar gevoel wat we allemaal nastreven. Omdat je wordt opgeslokt door het leven van alledag wordt deze rust steeds schaarser en dus waardevoller. Op het moment dat je ervoor kiest zelf de controle te hebben over jouw gevoelens, ben jij in staat om je innerlijke rust te handhaven. Dit klinkt natuurlijk allemaal veel gemakkelijker dan het in werkelijkheid is, maar we ervaren hier zeker een klein momentje van zowel lichamelijke als geestelijke rust, terwijl we genieten van de wind, het ruisen van de bomen en de stilte om ons heen terwijl het zonlicht ons verwarmt en met haar stralen strepen licht door de bomen trekt. Gun jezelf rust, uit rust komt de kracht.

Moet je kijken, wat een pracht……

Ten zuidwesten van Exloo ligt een groot heideveld in een glooiend landschap met de bijzondere naam Molenveld. Bijzonder omdat er geen molen te bekennen is. In de korte periode dat Exloo wel een molen had, heeft de molen kennelijk veel indruk gemaakt. Heide is ontstaan in de middeleeuwen door het kappen van het bos. Op de overgebleven kale gebieden ontstond heide waar de vele koeien/ossen en later ook schapen graasden. De eerste vermeldingen van Drentse heideschapen, het oudste schapenras van het vasteland van west Europa, stammen uit de 15e eeuw. Vroeger waren de schapen eigendom van diverse boeren. De herder of ‘scheper’ bracht de schapen ’s ochtends naar de hei om ze ’s avonds terug te brengen naar de stal. Schapen werden toen gehouden voor wol, vlees en vooral voor de productie van mest. De stallen werden jaarlijks met verse plaggen bedekt en de plaggen met mest werden naar de akkers gebracht als bemesting. Met de komst van kunstmest daalde het aantal schapen en was het Drents heideschaap, ‘de vroegere basis van de boereneconomie’, gedoemd tot uitsterven als er in 1949 niet een kudde was gesticht met restanten van min of meer raszuivere dieren van verschillende kuddes uit Nederland. Op de heide hier kun je vandaag de dag nog steeds een schaapskudde van zo’n 250 Drentse heideschapen uit het dorp tegenkomen.

Nog even en alles kleurt paars (RK)

De heide staat bijna in bloei. We zien de eerste paarse struiken evenals een lichte lila zweem over het veld. Het is hier prachtig! Het is een raar idee om je te bedenken dat rond 1900 een vijfde deel van ons land uit ‘woeste grond’, vaak heide, bestond. Rond 2000 was slechts 1 procent van Nederland nog heide. Het huidige Molenveld van 80 hectare was niet vruchtbaar te maken vandaar dat het heidegebied bleef. De aanblik van al dit moois brengt de poëet in je naar boven en onwillekeurig moet ik denken aan Japanse haiku’s, gedichtjes geschreven in drie regels waarvan de eerste regel 5, de tweede regel 7 en de derde regel weer 5 lettergrepen telt. De haiku is ‘een vingerhoed vol emotie’ die de ervaring van het ogenblik uitdrukt.

Kleuren ontwaken – De zon kust het heideveld – Alles kleurt diep paars

In de schaapskooi
Een bijzonder schapenras (RK)

Langzamerhand naderen we het einde van onze dagetappe, maar hebben we nog geen schaap van dichtbij gezien en ook de telescoop is aan onze aandacht ontsnapt. We besluiten op de fiets naar Exloo te rijden om de schapen in hun schaapskooi midden in het dorp te bezoeken. Je moet toch wat, nietwaar? Hier lezen we dat de herder elke middag rond 16.00 uur terugkeert van zijn uitstapje met de kudde naar de hei. We hebben ze dus gemist! Gelukkig geeft dit bezoekje in ieder geval een indruk van nummer #1 van ‘the big vief’ en wie weet komen we dit bijzondere schaap, met zijn horens, veelkleurigheid, harige vacht en lange staart, later nog eens tegen ……. op de hei.

LOFAR

De enige verwachting die we nog niet hebben waargemaakt, is een blik op LOFAR (Low Frequency Array of lage frequentie telescoop). We gaan met de auto op onderzoek uit en bereiken via kleine, weinig gebruikte, dijkweggetjes inderdaad een groot antenne-veld tussen Buinen en Exloo. De telescoop bestaat uit duizenden antennes die radiogolven uit het heelal opvangen. Er zijn twee soorten antennes (de sprietjes en de antennes in de zwarte dozen) die respectievelijk radiogolven tussen de 10 en 80 Megahertz en 120-250 Megahertz opvangen. In de tussenliggende breedte (tussen 80 en 120 Megahertz) ligt onze FM band, waarvoor in dit geval geen interesse bestaat. LOFAR onderzoekt het ontstaan van het heelal, de zogenaamde oerknal (13,7 miljard jaar geleden!), evenals diverse sterrenstelsels, zwarte gaten en pulsars. Een pulsar is het snel rondtollende en pulserende overblijfsel van een geëxplodeerde ster. Het centrale deel van LOFAR ligt hier voor ons in het Hunzedal, maar verspreid over ons land en verder in Europa zijn kleinere antenne-velden die allemaal met elkaar verbonden zijn en onvoorstelbaar veel data sturen naar een supercomputer van de Rijksuniversiteit Groningen. Geofysici kunnen microfoontjes die reageren op trillingen, die heel diep in de aarde zijn geplaatst, aan het LOFAR netwerk koppelen om zo nieuwe inzichten te krijgen over bodemdaling, gaswinning en watermanagement. De diep ondergrond wordt op deze manier in beeld gebracht. In 2010 is hier, dankzij een uniek samenwerkingsverband, 400 hectare nieuw natuurgebied ingericht, waarbij het grote antenne-veld op kleine terpen ligt ingebed in een vogelrijk moeras- en graslanden gebied. ‘De natuur omarmt het heelal’, de ontwikkeling van een natuurgebied rondom de zogenaamde superterp waarop 6 LOFAR stations zijn geplaatst.  Als deze informatie niet aan je verwachtingen voldoet…….het overtreft de onze. Nooit geweten dat er zo’n bijzonder gebied zo vlakbij huis ligt. Verwachtingen raken altijd je eigen behoeften. Als je ergens niet bent, ben je óf te vroeg óf te laat (Johan Cruijff). Zo is het maar net!

Luchtfoto LOFAR gebied Exloo (bron: internet)

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s