Drenthepad: kaarten 41 & 42
Vandaag lopen we alweer het laatste staartje van de Hondsrug, de zandrug vlakbij de Waddenzee die vroeger werd omgeven door zompig veen. In die tijd was de Hondsrug de enige streek in de wijde omtrek waar je hoog en droog kon wonen en reizen. De Hondsrug heeft een lengte van 70 kilometer en een gemiddelde hoogte van 20 meter boven NAP. Het hoogste punt en de zuidelijkste top met ruim 30 meter boven NAP, is het Haantjeduin bij Emmen. Het Haantjeduin/Haantjebak is (nog steeds) het hoogste punt van de Hondsrug, maar elk jaar wordt de zandverstuiving het Haantjebak lager en lager. Waar komen de wat merkwaardige namen Haantjebak en Haantjeduin eigenlijk vandaan? Hierover bestaan verschillende theorieën. De eerste heeft te maken met het uitzicht wat je vroeger had vanaf de heuvel. Als je goed keek kon je bij helder weer in de verte de kerktoren van Emmen zien, met op de top een windhaantje. De tweede theorie heeft te maken met het Drentse woord handtienbakken, waarbij handtien het Drentse woord is voor handje. Handtienbakken is hetzelfde als handjeklap, wat men vroeger op markten deed bij het tegen elkaar opbieden. Hoe dan ook, ik ben benieuwd of we hier langskomen vandaag op onze route van Odoorn naar het station van Emmen.

Zoals gezegd starten we in esdorp Odoorn, waarvan de naam zoveel betekent als ‘woeste hoek’. Hoorn staat voor hoek en ode komt van het Duitse woord öde wat woest betekent. Vanwege de parkeermogelijkheden of liever gezegd het ontbreken daarvan midden in de velden, lopen we vandaag een stukje door het Hunzebos wat nog hoort bij onze wandeling van de vorige keer. Hiermee hebben we straks een totaal van 15 kilometer gelopen. Ik verleg mijn grenzen ;). Volgens de beschrijving is het Hunzebos een gebied “waar je vele verhalen aan je voorbij ziet trekken. Je ziet hier een hunebed, grafheuvels, droogdalen, zwerfsteenkunst, stuifzandgebieden, de plek waar de mythische stad Hunsow zou hebben gelegen en meer.” Hmmm, we lopen volgens het kaartje slechts langs de onderrand van dit bos, dus ik betwijfel of wij alle bovenstaande elementen zullen ervaren.

Grafheuvels en een hunebed zijn geen probleem. We komen onderweg verschillende grafheuvels tegen (of zien we ondertussen in elke verhoging een grafheuvel?) en lopen langs hunebed D35 aan de noordrand van het Valtherbos. Helaas voor ons is dit hunebed niet heel bijzonder, er ontbreken veel stenen en er is weinig structuur in te ontdekken. Voor diegenen onder ons die overwegen lid te worden van de hunebedden club is deze natuurlijk wel onmisbaar. Deze club is voor iedereen die alle openbare hunebedden in Nederland heeft bezocht. Stuur een foto in van alle (53 of 54) bezochte exemplaren en je bent, na controle door het bestuur, (gratis) lid. Hoeveel hebben wij er ondertussen al gezien? Al met al nog geen tien, schat ik? De plek van D35 is wel een bijzondere. Achter het hunebed ligt een grote, cirkelvormige laagte, een vroeger meertje of moeras. De hunebedbouwers hebben deze plek vast en zeker met opzet uitgezocht om hun doden te begraven.



Het Valtherbos, wat we inmiddels doorkruisen, is 448 ha groot en ligt ten noorden van Emmen. Voor ons veel interessanter is dat het een onderduikershol bevat waar in WOII 16 onderduikers hebben gewoond. Hoewel de aanwezigheid van zowel het monument als de schuilplaats al vroeg op de route wordt aangegeven, gaan we kennelijk zo op in onze omgeving dat we het bijna missen. Goed verscholen ligt de vroegere schuilplaats vlakbij de gedenksteen. Het ‘hol’ is nu gemakkelijk toegankelijk, maar foto’s en beschrijvingen laten zien hoe de situatie toentertijd was. In het najaar van 1942 moesten alle joden in Emmen zich verplicht melden om in een werkkamp te gaan werken. Zij die het niet vertrouwden, doken onder. Kippenboer Bertus Zefat uit Valthe kwam in die tijd regelmatig in contact met joden uit Emmen. Toen de oorlog uitbrak en de joden het steeds moeilijker hadden, kreeg Bertus het verzoek om hen een plekje te geven, waarop hij één van zijn vele kippenhokken geschikt maakte voor bewoning. Na 4 maanden werden de onderduikers ontdekt, waarop ze zonder warme kleren en zonder eten of drinken het bos in vluchtten. In het bos vonden ze elkaar weer en bouwden ze gezamenlijk een ondergronds hol van 6 bij 3 meter. Het bleef daarna een spannende tijd waarin verraad en ontdekking elke dag op de loer lagen, maar alle onderduikers overleefden de oorlog. Bertus werd echter verraden en daarna gefusilleerd omdat hij weigerde inlichtingen te geven over zijn onderduikers. ’Wij leven, omdat zij zwegen’.

De natuur is prachtig onderweg. Dit jaar hebben we te maken met veel wisselvallig weer of misschien wel met een ‘gewone’ Nederlandse zomer? We zijn de afgelopen jaren een beetje gewend geraakt aan hoge temperaturen, maar ik moet zeggen dat de huidige warmte ideaal is om actief bezig te zijn.

Volgens de weerdeskundigen maken de hogedrukgebieden om ons heen de dienst uit. Opvallend is de zwakke plek in die hogedruk verdeling die zich steeds dichtbij Nederland ophoudt. Die zwakke plek, een gebied met koudere lucht in de hogere delen van de atmosfeer, zakt vanuit het noorden steeds weer tot over de Britse eilanden en onze omgeving uit. De onderkant van die zogenoemde trog wordt bij ons af en toe afgesnoerd, met alle gevolgen van dien. De overstromingsramp in Duitsland, België en het zuiden van Limburg was b.v. een direct gevolg van zo’n afsnoering of koudeput. Volgens de deskundigen zijn de belangrijkste drijvers achter het weer deze zomer de warme noordelijke helften van zowel de Grote Oceaan (Pacific), ten westen van de VS en Canada, als van ‘onze’ Atlantische Oceaan. Beide oceanen helpen sterke hogedrukgebieden in het zadel die in Noord-Amerika en in Europa het weer sterk naar hun hand zetten, op precies tegengestelde manieren. Vinden we de meest extreme warmte in de VS en Canada vooral in het westen terug, in Europa is met name de oostelijke helft bijzonder warm, door de daar dominerende zuidelijke wind. Zolang deze situatie niet veel verandert, lijkt het weerpatroon ook voor de komende weken vast te liggen. We gaan het meemaken.
Ondertussen zijn we vlakbij Emmen aangekomen. Grappig genoeg lopen we weliswaar langs de rand van de stad, maar zien we de stad zelf praktisch niet. Deze kant van Emmen is omgeven door een bosrijk terrein of eigenlijk wordt Emmen omringd door verschillende bossen, t.w. de Emmerdennen, het Valtherbos, het Noordbargerbos en het Oosterbos. Het ene bos lijkt naadloos over te gaan in het volgende bos, dus ik weet langzamerhand niet meer in welke van de 4 we nu lopen. Dit is ook niet zo belangrijk, want volgens Confucius is de weg zelf je bestemming! Of zoals een Chinese zinspreuk zegt: “Het wonder is niet om door de lucht te vliegen of om op het water te lopen, maar om te wandelen op de aarde.” Dat doen we, volop, en we hopen er nog lang mee door te gaan!

Mooie foto’s
LikeLike
👌
LikeLike