‘For the first time in history’, ‘enter a new world’ en ‘96% of our visitors consider the tour to be one of the best experiences they had in Iceland’…… zijn slechts enkele kreten uit een folder over een afdaling in een slapende vulkaan.
De vulkaan Þríhnúkagígur (daar breek je je tong toch over?) is 4.000 jaar geleden voor het laatst uitgebarsten. Om, tot nu toe, onbekende redenen is de top van de vulkaan daarna niet ingezakt tot een eierdop, waarvan je er zovelen ziet, maar fier omhoog blijven staan. Later is de vulkaan aangepast tot een toeristische attractie.
Om de ingang van de vulkaan te bereiken moet je een enorm en onregelmatig lavaveld doorkruisen. We passeren een indrukwekkende kloof welke het breekpunt van twee tektonische platen blijkt te zijn. Een klein bruggetje verbindt de twee continenten en zelfs met een lenig sprongetje zou je het nu nog kunnen halen. Hoe lang nog?
Verschillende diepe kuilen lopen lang door onder de grond. In vroeger dagen een ideale plaats voor ‘outlaws’ om zich te verstoppen en te beschermen tegen de immer blazende koude wind.
Aan de voet van de vulkaan staat opeens een container waar we onze laatste instructies mogen ontvangen onder het genot van een kop koffie. Ondertussen komt een nieuwsgierige jonge poolvos voorzichtig kijken. Wow, dichterbij de natuur kun je bijna niet zijn!
Het blijkt dat je maar op één manier de vulkaan in kunt; vanaf de top! Gewapend met helm en veiligheidsharnas dalen we vervolgens, in een soort glazenwassersbakje, 120 m in de magmakamer af.
De kamer is enorm: het grondoppervlak equivalent aan 3 basketbal velden en het ruime open gedeelte kan met gemak het Vrijheidsbeeld herbergen.
Strategisch geplaatste lampen laten de prachtige kleuren van de diverse lagen zien.
We komen ogen te kort.